erfgoedforumbrugge
De geschiedenis van de blekerij- wasserij Van Sevenant
Het hoofdhuis van de blekerij in de Westmeers (kadasternr C1571, huisnr nr C6/40, huidig nr 100), waarin later de blekerij-wasserij Van Sevenant zich zal vestigen, bestaat al van voor 1790. Voor de ganse 19de eeuw en voor de eerste helft van de 20ste eeuw vinden we in het stadsarchief geen verdere wezenlijke bouwaanvragen voor dit huis. De foto hieronder dateert van 1988 ter gelegenheid van de bewarende restauratie onder leiding van eigenaar en architect De Love, die grotendeels het originele pand bewaard heeft (zie verder). Het pand bestaat uit 2 gedeelten: het oudste deel evenwijdig met het Capucienenreitje (17de eeuw) en een dwarsvleugel (deels 18de, deels 19de eeuw) . De zuidkant van het oudste deel parallel aan het reitje is laat-middeleeuws met renaissance elementen. Karakteristiek zijn de 3 traveën met op gelijkvloers een open galerij met rondbogen ondersteund met Toscaanse zuilen
Om een goed beeld te krijgen van het complexe geheel van het huis zie hieronder enkele bijkomende foto's.
Het huis gezien van westkant.
Een luchtfoto uit 2019 vanuit de zuid-oostelijk richting.
De geschiedenis van het huis en zijn bewoners start al van voor de 18de eeuw.
We hebben die geschiedenis tot de komst van de Eward Van Sevenant geintegreerd in de webpagina over de algemene geschiedenis van de blekerijen tussen Capucienenreitje en de Westmeers
(zie
In deze webpagina gaan we specifiek in op de blekerij van de familie Van Sevenant en de vogende bewoners van het huis.
De kadasterkaart uit 1811 helpt om het domein te situeren: in het midden ligt de Westmeers. Links boven bevindt zich het blekershuis kadasternr C1671 (huisnr C6/40 nu Westmeers nr100) en het later gebouwde huis met kadasternr C1670 langs de Westmeers (huisnr C6/39 ) Daar onder bevindt zich de bleekweide kadasternr C1672; . De kleine rei huizen rechts onderaan op de westkant van de Westmeers horen niet tot het domein van de blekerij.
|
De laatste bleker vóór Edward VanSevenant is August Vanden Bulcke (zie
In 1910 bij het overlijden van zijn vrouw
Philomène, 63-jaar oud, woont August Vanden Bulcke nog in de Westmeers nr100. Hij is dan 82 jaar , waarschijnlijk baatte hij toen zelf de blekerij al niet meer uit.
Waarschijlijk heeft zijn zoon Arthur de blekerij overgenomen. In ieder geval staat Arthur vemeld als bleker.
In 1912 bij het huwelijk van zijn dochter Arsène met De Bisschop Julien is August zonder beroep.
In 1913 overlijdt hij in de Moerstraat D31.
Edward Van Sevenant (°1887 +1962) is de zoon van Carolus Van Sevenant en Romanie Dereere.
Hij
koopt in 1911 de blekerij C6/40 over van E.H. Alphonse Maertens (°1890 - +1941) die dan eigenaar is van het domein. E.H.Maertens is pastoor van de OLV ter Potterie en een gekend stoetenbouwer en vernieuwer van de H.Bloedprocessie in 1931. De vader van Alphonse is Edouard en zijn moeder Maria Blondeel. Edouard Maertens was advocaat aan de balie en gemeenteraadslid in Brugge . In 1911 was hij lid voor de vervlaamsing van de universiteit van Gent.
Edward is getrouwd met Sybille Holtappels (°1885 +1972), beide komen uit Oostende .
Bij de aankoop geeft Edward een beschrijving van het gekochte domein. De achterzijde is over 85m gelegen aan het Capucienenreitje. Aan de overzijde daarvan ligt de talud van de ijzerweg die 5m hoger komt dan de blekerij. De oevers worden over 10m gebruikt als plaats voor het drogen van het linnen gedurende vele jaren. Die plaats is open maar overdekt door een dak bedekt met dakpannen . De gordingen van het dak werden ondersteund door afgezaagde boomstammen . Een 5-taL jaren geleden zijn de boomstammen vervangen door betonnen staken.
In 1916 heeft de blekerij en wasserij al een flinke uitbreiding genomen.We zien hieronder een foto uit 1916 met de familie en de personeelleden. Links van het bord zien we Edward Van Sevenant met het portret van Koning Albert en rechts zijn vrouw Sybille Holtappels met het protret van koningin Elisabeth.
Het gezin zal 7 kinderen krijgen:
- Blanche (°1912 +1976) trouwt met Edgard Van Gheluwe(°1914), hun kinderen: Anne-Marie (°1945) en Jean-Pierre (°1947)
- Georgette (°1914),
-
Elisabeth (°1918)
- Bertha (°1920) trouwt met Josu Spina, muzikant
- Albrecht (°1923) trouwt met Cécile De Gryse
in 1947.
- Georges (°1925)
-
Willy (°1929)
De eerste bouwactiviteit die nagetrokken kon worden was het verbreden van de ingangspoort in 1926.
Bemerk dat de hoofding van de brief vermeldt dat het "huis van vertrouwen" werd gesticht in 1870. In 1870 werd de blekerij uitgebaat door de familie Sola en daarna door August Vanden Bulcke tot Edward Van Sevenant kwam in 1911 .De datum 1870 moet dus op iets anders slaan. Edward Van Sevenant is in 1887 geboren, later dan de stichting van het huis. De familie Van Sevenant komt uit Oostende. We hebben geen informatie over dit "Huis van Vetrouwen".
De blekerij activiteiten op het domein Westmeers 100 (C6/40) dateren al van rond 1800 (zie hoger). Het bedrijf wordt in de hoofding geen blekerij meer genoemd maar een stoomlinnenwasserij. Tegen het het einde van de 19de - begin 20ste eeuw zijn alle blekerijen overgegaan vanuit oorspronkelijk een lakenblekerij (vlas) in de late middeleeuwen naar een linnenblekerij(wol) . Ze evolueerden dan verder naar bleken en wassen van huishoudelijk linnen en dan geleidelijk naar de volle service van afhalen, wassen, bleken (chemisch), drogen, strijken en terug aan huis brengen.
De evolutie van de ingangspoort van de wasserij volgens een foto uit 1916 (hieronder links) naar de toestand in in 2020 (hieronder rechts) geeft een indicatie van de evolutie r van het bedrijf in die periode .
De toestand van het poortgebouw in 1987 volgens het plan van de bestaande toestand bij de bouwaanvraag in 1987 voor de restauratie van de gebouwen van de wasserij-blekerij (zie verder) |
In 1987 wordt het huis Westmeers 100 gerestaureerd (zie verder)
Bij de viering van het 80-jarig bestaan van de vereniging "Het Huis van Vertrouwen" in 1950 ziet het huis er minder verzorgd uit (foto Brugse Courant). Edward past het huis en werkplaatsen voortdurend aan, aan de evoluerende behoeften van van het wasserijbedrijf. Daarmee wordt de tuin voor een deel ingenomen voor een uitbreiding naar een zelfwasserij, een strijkkamer, een droogplaats, een garage voor de camionette voor de aan huis bestellingen, een machinekamer voor een stoommachine enz.....
In 1932 wordt er een vergunning gevraagd voor de bouw van een nieuwe strijkkamer.
Het grondplan hiernaast toont de bestaande toestand van het gebied in de oksel (aan de tuinzijde) tussen het oud deel bovenaan het grondplan en het recentere deel van de woning. In het oud gedeelte bovenaan bevindt zich de machinekamer die aangebouwd is aan de zuidgevel (zie ook foto verder) uit 1981, aan de tuinzijde van het recentere gedeelte is een hofkamer (tuinkamer) aangelegd . Vóór de hofkamer bevindt zich de openlucht droogplaats en daarvoor het moeshof (moestuin). Om naar de overdekte droogplaats moet je langs de voorzijde van het oude gedeelte passeren. |
Het plan hiernaast geeft de ontworpen toestand weer. De nieuwe strijkkamer is helemaal in de oksel van beide bouwgedeeltes geprangd en is tegen de zuidgevel van het recentere bouwgedeelte gebouwd. De hofkamer is verdwenen. |
Het rechter deel van het plan van de gevels hieronder toont de kortere zuidgevel (zie ook de foto met de auto die een stuk vand zuidgevel laat zien). Het linker deel van het plan laat de langere oostgevel zien.
Een foto uit 1932 van de bedrijfswagen van de firma Vansevenant. Bemerk de zuidgevel van het huis en zuidgevel van de nieuwe strijkkamer met het schuine dak. |
De foto links, gevoegd bij een bouwaanvraag
in 1981 geeft een idee van de toen nog bestaande strijkkamer uit 1932 . |
In 1954 wordt een uitbreiding aangevraagd van de strijkkamer. Hieronder het lliggingsplan van de uitbreiding die tegen de oostkant van de bestaande strijkkamer wordt gebouwd.
Edward is zeer spaarzaam en hergebruikt een deel van de oostgevel van de bestaande strijkkamer en schuift die gewoon een beetje verder op naar het oosten en werkt de uitbreiding af met een plat dak. De 2 plannen hieronder verduidelijken wel en en ander.
|
Op de doorsnede kijkt u op de zuidgevel van het recentere deel. De uitbreiding neemt verder een travée van de zuidgevel van het woonhuis in. Daarnaast bevindt zich de voordeur naar de keuken.
Palend aan de bestaande strijkkamer naar de westkant toe (gelegen voor het oude gedeelte van de woonst) bevindt zich de machine kamer (waarschijnlijk met een "stoomlocomobiel" (een stoommachine) (zie verder het verhaal van Henri Hoens )
De foto's hieronder van de wasserij "de Lelie" aan de Steenkaai (rond 1905) en van de wasserij van Aimé Bekemans aan de Peterseliestraat (rond 1912). Bemerk de aandrijfriemen en de stoomleidingen. Het is duidelijk dat strijken een arbeidsintensieve bezigheid is en in die tijd uitsluitend voor vrouwen. De machinekamer was ook verbonden met de wasserij (zie verder).
De bouw van de(zelf)wasserij en droogplaats
In 1950 wordt een vergunning gevraagd voor het bouwen van een werkplaats voor een (zelf) wasserij langs de reie
De ligging van die zelfwasserij langs het Capucienenreitje is aangeduid in het rood
Het plan hierboven links bovenaan toont het plan van de wasseij en droogplaats onmiddellijk langs het Capucienenreitje en aangebouwd aan de westgevel en onderaan, het geel gekleurde deel , toont de afsluiting van de droogplaats en het dak. Bemerk ook de ligging van de machienekamer Het plan hierboven rechts is een detail van de linkerbovenhoek. De toestand in 1950.
Hieronder links de reiegevel van de wasplaats met dak , rechts een doorsnede
Hieronder het interieur van de wasserij August Vanden Bulcke (de voorganger van Edward Van Sevenant rond 1900)
Hiernaast de kamer waar de was geperst wordt. |
Hierbij foto's uit 1987 van de wasserij zoals die er toen uitzag , natuurlijk werd er toen daar niet meer gewassen. Hiernaast een foto uit 1981. |
Het plan van de Westkant (Reiekant) met de wasserij ; de toestand in 1987
Hiernaast het plan van de de zuidzijde bestaande toestand 1978 (bij de toenmalige bouwaanvraag). Links onderaan de doorsnede van de nieuwe wasserij met het gebouwtje daarachter. De zuidzijde van de galerij van de oude gevel schijnt overdekt te zijn . |
De familie VanSevenant in de oorlog 1940-44
In 1942 overkwam de familie Van Sevenant een pijnlijke gebeurtenis . De "Geheime Feld Polizei" had ontdekt dat Bertha Van Sevenant betrokken was bij de operatie van een geheime zendpost samen met anderen o.a. met Jan Guilini (naar wie de zwemkom in Kristus Koning vernoemd werd). Zij was toen 22 jaar. Er werd een huiszoeking gedaan in de Westmeers nr 100.
Bertha Van Sevenant en haar nichtje Moniek. |
|
Onvrijwillig speelde het nog jonge nichtje van Bertha, Moniek, een belangrijke rol in die huiszoeking. Zij was de Duitsers gevolgd op de trap maar viel en schreeuwde luid. Daardoor werd de aandacht van de Duitsers afgeleid en kon Bertha bezwarende documenten op tijd veilg stellen. Het mocht niet baten. Alle betrokkenen werden toch gevat en naar Duitsland afgevoerd. In Berlijn, voor een "Volksgericht", werd zij veroordeeld tot 5 jaar tuchtkamp, de anderen werden ter dood veroordeeld. Zij kwam terecht in de Ravensbrück en Mauthausen. In 1945 werd zij bevrijd en naar Zwitserland gebracht en vandaar via Brussel naar de Westmeers. Ze werd daar met veel vreugde ontvangen en gevierd.
Edward was zeer sociaal . Hij is een fervent duivenliefhebber. We zien hem hier poseren voor zijn duivenhok in 1950
We zien hem hier onderaan rechts samen met zijn vrouw in het lokaal "De Vrede Duif" als gevierde ere-voorzitter van de duiven liefhebbers maatschappij "Local Unique". Hij is daar 20 jaar voorztter van geweest. Vanuit de maatschappij werden heel wat goede werken royaal ondersteund. |
In 1962 overlijdt Edward. We veronderstellen dat Sibylle Holtappels, zijn vrouw, de wasserij verder uitbaat . Zij sterft in 1972. Nadien begint het domein te verkommeren.
Het domein Van Sevenant staat te koop en trekt veel gegadigden.
De stad is al in 1973 geïnteresseerd en maakte dan alle plannen om het domein te kopen met inbegrip vab het woonhuis nr 100 C1571E(19de eeuw)en( C1571b2(17de eeuw), de werkmanshuisjes Westmeers 102 tot en met 120 (= huis met doorgang naar de garages)en delen van C1572 x (= poortgebouw van de woning)en y, in het kader van de sanering van woonwijken en het opkopen van ongezonde woningen.
Verkoopakte uit 1976 door notaris George Van Caillie , Brugge
er zijn 3 aktes. zie het omlijnd deel op het kaartje hirboven
- Woning en aanhorigheden C1571E,
571b2, 1572x doorgang inclusief bergplaats
- Grond palend aan het Capucienenreitje C1572y
- De werkmanshuisjes nr 102-120 C1572 f tem
p
Door de verkoopsakte in 1976 worden de hieronder beschreven percelen eigendom van de stad. Merk op dat het domein in het Zuiden grenst aan de wasserij van Coppens (geel gekleurd)
De verkopers zijn de erfgenamen van Edward Van Sevenant en Sibylle Holtappels.
1. a. Edgard Van Gheluwe (°1914), weduwnaar van Blanca Van Sevenant (+1976),.
1. b. Anne-Marie Van Gheluwe (°1945)
1. c. Jean-Pierre Van Gheluwe (°1947)
2. Georgette Maria Van SevenanVan Sevenant
3. Elisabeth Sibylle
Van Sevenant (echtgenoot Cauwe)
4. Bertha Joanna
Van Sevenant (echtgenoot Spina)
5. Albrecht Juliaan Van Sevenant
6. Willy
Van Sevenant
7. a. Francine
Van Sevenant dochter van Georges Van Sevenant (+1974)
7. b.
Luc Van Sevenant
7. c.
Dirk Van Sevenant
7. d. Liliane
Van Sevenant
De voorwaarde is dat de stad het complex zal saneren voor eigen rekening en te voltooien binnen de 3 jaren.
De stad krijgt nog in 1976 een princiepsaanvraag van een woningengroep EUGEMA voor het bouwen van 20 sociale woningen, met een parking en een restaurant. Architect P. Viérin wordt hiervoor aangesteld. Het project wordt geweigerd
De stad gaat een erfpacht overeenkomst aan met Sue Ryder Foundation (SRF) in een akte verleden voor notaris Proot uit Brugge in 1978. De SRF zal ereen begeleidingscentrum bouwen voor 30 psychiatriche patienten? De voorwaarde is dat het complex moet gerestaurerd zijn voor 1982. De erfpacht bevat C1571E, 1571 b2, C1572 f tem p, en C1570d. Er werden plannen opgemaakt door achitectenbureau Luc Vermeersch. De overeenkomst heeft geen gelukkig verloop gekend. We gaan hier niet in op de detail maar uiteindelijk is de restauratie niet tijdig gerealiseerd. De stad en de SRF hebben de erfpacht in 1986 in een minnelijke schikking beindigd.
Ter gelegenheid van de bouwaanvraag werd een plan opgemaakt van de bestaande toestand in 1978.
In 1986 heeft de heer Raatz uit Keulen architect Jan De Graeve aangesteld om een aanvraag in te dienen voor de bouw van een hotel. Dit project wordt ook geweigerd.
Het oudere gedeelte zou gespaard blijven, het niieuwere gedeelte en alle aanhorigheden zouden gesloopt worden.
De stad wil het domein als een waardevol erfgoedpand behoeden voor verder verval, maar kan of wil niet opdraaien voor de kosten. Ze organiseert in 1986 een veiling voor de verkoop van haar eigendom maar met de voorwaarde dat de koper de eigendom restaureert op eigen kosten binnen de 3 jaar. Het is de nv "Westmeers" waarvan architect Daniel De Love de zaakvoerder is, die de koop toegewezen krijgt.
De nv Westmeer wordt in 1987 opgericht..
In het jaar 2002 ontspint zicht een dicussie over het gebruik van de oever van het Capucienenreitje. het is hier niet d plaats om daar dieper op in te gaan maar het levert ons wel enkele interessante foto's van de gebouwen langs het capucienenreitje .
In het lange gebouw bevinden zich de garages van het domein De Love , waarvan de achterzijde langs het reitje dient als opslagplaats tot aan de scheidingssmuur dwars op het reitje. Daar voorbij zijn de garages eigendom van de wasserij Coppens. Die scheidingsmuur die doorloopt tot op de oever veroorzaakt problemen in verband met het gebruiksrecht van de oever. De gebouwen voorbij de scheidingsmuur vallen buiten het domein van arch. De Love (zie webpagina "de blekerijen tussen de Westmeers en het Capucienenreitje" klik hier om direect op de pagina te komen).
Met een luchtfoto van het woonhuis Westmeers 100 uit 2019 eindigen we het verhaal van de blekerij Van Sevenant.