het Wevershof, bouwgeschiedenis vanaf 1900
Ondertussen gaat het leven in Het Wevershof verder
Een groepje kinderen rond een kantenkloster in 1901 |
|
een zicht op het Wevershof met zijn talrijke bewoners rond 1900 vanuit de doorgang naar de Zonnekemeers |
Een zicht op de oostkant van het Wevershof in 1907 |
Er werd ook gevierd in het Wevershof, hierboven ter gelegenheid van het H.Hart feest |
De eigendomsstructuur en het gebruik van het Wevershof onderging in de 20ste eeuw een grondige verandering:
Vincent Antonius Alexander Steyaert, rentenier
De kadastrale legger van Vincent Steyaert , de toenmalige eigenaar van de fabriek voor vetten en olien, vermeldt dat Vincent Steyaert het fabriekspand C-1032b in 1907 verkocht aan de Gebroeders Claeys. Ook het huisje C-1033u3 (dat deel uitmaakte van het Wevershof en gelegen is langs de Zonnekemeers naast de meubelfabriek) werd in 1907 verkocht aan de gebroeders Claeys.
De meubelfabriek van de gebr. Claeys , houtsnijders en meestermeubelmakers
In 1907 werden de gebroeders Claeys dus eigenaar van het fabrieksdomein om er een meubelfabriek op te richten. De geschiedenis van de meubelfabriek raakt aan de geschiedenis van het Wevershof. Daarom behandelen we ook die geschiedenis van de meubelfabriek Claeys maar in een afzonderlijke websitepagina : zie "Wevershof en de meubelfabriek Claeys" of klik hier. Waar er een direct verband is met het Wevershof wordt dit in deze websitepagina vermeld. De Gebroeders Claeys waren: Hector, Aimé en Louis. Voor de gebroeders Claeys trad vooral Hector Claeys op.
Het fabriekspand werd gedeeltelijk gereconstrueerd. De gebouwen aan de reie werden opnieuw verdeeld in een woning (C-1032c) en atelier (C-1032d). De bouwheer waren de gebr. Claeys. zie bouwaanvraag en de plannen van 1907 in de webpagina " Wevershof en meubelfabriek Claeys"
Het Bureau der Burgerlijke Godshuizen (BBG) koopt in 1924 het Wevershof.
De rest van het domein van Vincent Steyaert werd in 1924 verkocht aan het Bureau der Burgerlijke Godshuizen van Brugge (BBG). Zie kaartje hieronder. De percelen die verkocht werden zijn rood gekleurd.
De huisjes van het Wevershof maakten deel uit van een lot 1 van een openbare verkoop van goederen van Vincent Antonius Steyaert in januari 1924 te Gent geleid door Notaris Van de Velde uit Gent. Vincent Antoon Alexander Steyaert (° Brugge in 1831) liet zich vertegenwoordigen door zijn zoon Vincent Dominique, industrieel uit Gent. Het BBG liet zich vertegenwoordigen door Jules D'Hoore uit Sint-Andries Brugge.
In het lijstje rechts zijn de aanpalende huizeneigenaars vermeld: behalve het eerste bevatten ze de werkmanshuisjes langs de Zonnkemeers van ons deel 3 (zie deel 1 webside
pagina : "Wevershof, bouwgeschiedenis tot 1900" of klik hier). Het meest rechtse huisje van de vroegere reeks van de 7 huisjes: C-1031a bis werd gesloopt in 1870 om een bredere doorgang te maken naar het Wevershof.
Rechts van de toegang van het Wevershof: het huisje C-1033v3 werd mee gekocht door de CBG),
het huisje C-1033u3 werd in 1907 verkocht aan de Gebr. Claeys (zie hierboven).
We kunnen nu ook de kadastrale nrs achterhalen in 1924: (zie ook de kadasterkaart uit 1889 in de webpagina "Wevershof, bouwgeschiedenis tot 1900"):
- Het domein der gebr. Claeys: langs de Zonnekemeers: C-1033u3 (huis), C-1032g (poort, atelers, koer en hangars) en C-1031b (toonzaal),
- Het domein van het Wevershof:
* op de grens met de fabriek:C-1033 v3, en dan x2 tem r2, t3, s3
* langs de zuidkant: C-1033 e3 tem r3, de koer ten zuiden van die huisjes: C-1033 q3
* langs de noordkant: C-1033 y2, z2, a3 tem d3)(van rechts naar links)
* de grote koer: C-1033 p3
In een zitting van 5 januari 1925 verrechtvaardigde het bestuur van de BBG zijn snelle aankoop (vóór bekrachtiging van stad en provincie) als volgt:
1. De ligging bij belangrijke bezittingen van de BBG: aan de zuid- en westkant paalt het Wevershof aan het Begijnhof en wasblekerijen van de BBG.
2. Aan de zuidzijde bevindt zich de stadsgracht (de begijnhofsgracht) die de scheiding uitmaakt met het Begijnhof en de blekerijen. Het onderhouden van die vervuilde gracht, was ten laste is van de bewoners van de aanpalende huisjes en gaf aanleiding tot menige betwistingen en onhygiënische toestanden.
3. De huisjes laten veel te wensen over op gebied van openbare gezondheid en hygiëne.
De BBG heeft, uit het oogpunt van haar taak, een bijzondere belang om die toestand te verbeteren, temeer daar het Sint-Janshospitaal vlakbij is.
4. Er zijn ook sterke aanwijzingen dat er mededingers (o.a. hoogstwaarschijnlijk de buren gebr. Claeys) zijn die het domein willen opkopen om de huisjes te slopen, wat in deze tijd van woningnood niet te verrechtvaardigen valt.
De bewoners van het Wevershof in 1924.
Het is interessant om eens de bewoners en hun samenwonenden te leren kennen en wat hun beroep is.
Hieronder de lijst van de 29 gezinnen en de 10 bijwonende gezinnen (onderhuurders)
Het BBG verwerft de werkmanshuisjes langs de Zonnekemeers
In de jaren 20 waren de gebr. Claeys blijkbaar voor hun uitbreiding geïnteresseerd in de de 6 huisjes langs de Zonnekemeers, ten westen van de toegang tot het Wevershof: kadastraalnrs C-1031a tem C-1027b met de nieuwe huisnrs 5 tem 15. De gebr. Claeys hadden in 1921 al Zonnekemeers 5 en 13 verworven. Maar in 1923-1924 had de BBG door de aankoop van het Wevershof de verdere uitbreidingsplannen van de gebroeder Claeys doorkruist. In oktober 1924 kwam de vraag van de gebr. Claeys om de 15 huisjes van het Wevershof palend aan hun domein en het aan die huisjes aanpalend gedeelte van de koer aan te kopen.
Zie plan onderaan : links ligt de Zonnekemeers, boven de huisjes 1 tem 12 en midden rechts de nrs 13,14 en 15. Een dikke lijn geeft ondergrens van het door de gebr Claeys beoogde terrein. Het sluit dus de doorgang in en de oostelijke huisjes. Het werd al snel duidelijk dat dit een onuitvoerbaar plan was zoals uiteengezet in een verslag van de werkgeleider (conducteur) Van den Berghe ondermeer omdat een nieuwe toegang zou moeten gemaakt worden naar het Wevershof waarbij de huisjes Zonnekemeers nr 5 en Wevershof nr 29 zouden moeten sneuvelen.
UIteindelijk eind november 1924 zagen de gebr. Claeys af van de aankoop van de 15 huisjes en stelden nu een ruil voor van hun 2 huisjes Zonnekemeers nr 5 en 13 met de 4 huisjes Wevershof nr 1 tem 4. Ditmaal was er wel een overeenkomst bezegeld door een verkoopakte in april 1925 mits enkele voorwaarden o.a. de westgevels van de 4 huisjes moesten volledig dichtgemaakt worden behalve enkele hoge vensters voorzien van mechanisch glas (zie op het plan hieronder de geelgekleurde huisjes 1 tem 4 ten oosten van de toegang en de 2 gekleurde huisjes langs de Zonnekemeers).
Door deze ruil heeft het uitzicht vanuit het Wevershof naar de oostkant er lange tijd er zo uitgezien als op de foto hiernaast. Het verklaart ook waarom de rij huisjes aan de oostkant ook nu nog niet doorloopt naar de Zonnekemeers toe. |
De reden waarom de BBG inging op het voorstel van de ruil met de gebroeders Claeys en de daaropvolgende aankoop in 1925 van de 3 huisjes C-1030b, C-1029a en C-1028b, toebehorende aan Anna Brondel, was ook ingegeven door dezelfde redenen als voor de aankoop van het Wevershof: renoveren van de huisjes, woningnood, de ligging aan de Zonnekemeers en de nabijheid van het Sint-Janshospitaal.
Zie het verslag hieronder met een plannetje waar de bewoners volgens het verslag verblijven in " ordentelijke huisjes waar netheid waar te nemen is".
Het BBG is dan ook overgegaan tot de aankoop van de 3 andere huisjes langs de Zonnekemeers, die eigendom waren van Anna Brondel bij akte van 9 april 1925 bij notaris Robert Standaert.. |
De lijst hiernaast van 27 april 1925 geeft een idee te geven van de bewoners van de 3 huizen. |
Het Bureau der Burgelijke Godshuizen wordt de Commissie van Openbare Onderstand
Ondertussen greep er een verandering plaats in de organisatie van de BBG.
In 1796 had de Franse bezetter twee nieuwe instellingen opgericht die de vele privé-initiatieven voor liefdadigheidinstellingen van het "ancien régime" moesten vervangen: Het Bureel van Weldadigheid die instond voor de armenzorg en het Bureau der Burgerlijke Godshuizen die moest instaan voor de institutionele zorgverlening, beide onder het beheer van de overheid. In 1925 werden die beide instellingen samengevoegd in de Commissie van Openbare Onderstand. Gezien de zeer snelle evolutie in de zorgverlening en andere sociale instellingen werd in 1976 de C.O.O vervangen door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (O.C.M.W.)
De C.O.O trachtte het Wevershof te saneren. In 1932 kreeg C.O.O. de toelating om de gemeenschappelijke koer en toiletten (C-1033q3) achter de huizen nr 13 tem nr 23 (huisjes gelegen aan de zuidkant) om te vormen naar een individueel koertje en toilet.
Zie plannetje hieronder in 2 delen. Het zuiden is hier bovenaan. De nieuwe koertjes met de individuele toiletten van die huisjes grenzen aan het Begijnhof. De vroegere gemeenschappelijk toiletten zijn nog lichtjes getekend.
De C.O.O. had niet onmiddellijk de financiële mogelijkheden om een verdere sanering door te voeren tot een weldoener Léon De Meulemeester uit Elsene, Brussel als bij mirakel een legaat verleende in eerste instantie aan de Kerkfabriek van de Sint-Anna parochie ten gunste van de armen van Sint-Anna, in tweede instantie aan de C.O.O als de kerkfabriek om juridische redenen het legaat niet kon ontvangen.
Léon De Meulemeester (° Brugge 1871, +Elsene 1933)
Hij was de zoon van Léon De Meulemeester (° Brugge 1841, + Brugge 1922) van de brouwerij "Aigle Belgica", voorheen de brouwerij "De Arend". Hij was een buitenbeentje in de familie en leefde in onmin met zijn vader. Hij leidde een leven van vallen en opstaan maar wist toch een kapitaal te verzamelen. Hij bleef ongetrouwd. Hij schonk per testament op 30 januari 1933 638.000 francs aan de kerkfabriek van de parochie Sint-Anna ten voordele van de armen van de Sint-Anna Parochie. Op 4 februari 1933 herbevestigde hij zijn testament van 30 januari en bepaalde bovendien voor het geval de kerkfabriek niet gemachtigd zou worden het legaat te ontvangen dit zou overgaan naar de C.O.O van Brugge. In dezelfde herbevestiging stelde hij duidelijk dat hij de legale erfgenamen onterfde. (zie fotocopie van de herbevestiging hieronder). Het hoeft geen betoog dat het testament door heel wat partijen betwist werd en aanleiding gaf tot vele rechtzaken.
Het bedrag van 638.000 Fr is niet toevallig: het is de waarde van het erfdeel (in aandelen van de brouwerij Aigle Belgica) van Leon Demeulemeester zoon, toen zijn vader in februari 1922 overleed. Hij was niet aanwezig bij de verdeling en zijn domicilie en residentie waren toen onbekend. Hij werd bij het verlijden van de successie-akte door de notaris bij rechte "ad hoc" vervangen door advocaat Gaston Veroughstraete uit Brugge. Zijn broers Alphonse en Louis en zus Alice gehuwd met Louis Mahieu kochten luidens dezelfde akte het aandeel van hun broer Leon in de brouwerij uit voor 638.000 Frs. De som was echter pas betaalbaar aan Leon junior in 1936 maar zou een interest dragen van 5 % per jaar. We veronderstellen dat alleen het echtpaar Mahieu - Demeulemeester uiteindelijk de uitkoop van het aandeel van Léon junior deed want het is vooral de familie Mahieu die in 1933 het betaalbaar stellen van de schuld aan Leon zoon van 638.000 Frs + interesten zou betwisten. Het legaat van Leon De Meulemeester moest dus komen uit het vermogen en de successie van het gezin Mahieu- Demeulemeester. Daarnaast waren er een 15-tal andere betwistingen en heelwat schuldeisers. Het duurde tot 1937 voor alles opgelost geraakte .
Het is ook niet toevallig dat de armen van de Sint-Annapaarochie de begunstigden waren, als we bedenken dat de Brouwerij Aigle Belgica in het Sint-Annakwartier lag. Het is niet ondenkbaar dat zoon Leon, in onmin levend met zijn vader, een signaal heeft willen geven door niet zijn broers en zus te bedenken in zijn testament maar wel de armen van de parochie. Inderdaad zijn door de uitbreidingen van de brouwerij vele armenhuisjes gesloopt o.a. rond 1923 de godshuisjes in de Elizabeth Zorghestraat.
De mogelijkheden van de kerkfabriek van Sint-Anna om aan de voorwaarden van de legaat te voldoen waren beperkt, waardoor ook de stad Brugge en de C.O.O in de successie betrokken werden.
Zie de brief hieronder van de minister van justitie aan de gouverneur van West-Vlaanderen die heel duidelijk stelde dat de kerkfabrieken niet bevoegd zijn tot het verdelen van hulpverlening aan de armen en dus "niet de bevoegdheid bezitten om de met dat doel vermaakte giften en legaten te aanvaarden". Alleen de C.O.O heeft de bevoegdheid om hulpverlening aan armen te organiseren. "Het hoort aan de C.O.O toe om een besluit te treffen omtrent het verkrijgen van een machtiging tot aanvaarding
van de testamentbeschikkingen van Leon Demeulemeester".
De C.O.O. en de Kerkfabriek kwamen tot een minnelijke schikking, waarbij de C.O.O. de naakte som van 638.000 Frs zou bekomen met de eraan verbonden lasten. De C.O.O. vroeg de machtiging aan de minister om het legaat in die zin en in akkoord met de Kerkfabriek te aanvaarden. De machtiging werd aanvaard en aldus in het Belgisch Staatsblad van 4 mei 1934 gepubliceerd. Uit het briefverkeer blijkt dat de betalingen van het legaat eerst aan de kerkfabriek (in stukken en brokken gezien de vele geschillen)) gestort werden en dan pas door de kerkfabriek aan de C.O.O. doorgestort. Het duurde tot 1937 vooraleer de naakte som aan de C.O.O. volledig gestort werd en tot 1942 vooraleer de laatste stortingen in verband met advocatenkosten en rentenverdelingen opgelost zijn.
Het werkmansbeluik "het Wevershof" wordt "Godshuis".
Het was dus pas in 1937 dat de C.O.O. in het volledige bezit kwam van het legaat van Leon de Meulemeester. Hieronder geven we de copie van het verslag van de zitting 10 mei 1937 omtrent de bestemming van het legaat van 638.000 francs.
Die zitting is zeer belangrijk omdat daarin werd beslist dat
-
de eigendom van het Wevershof overgedragen werd aan de stichting "Leon De Meulemeester" waarvoor de C.O.O. als tegenprestatie 450.000 francs " in klinkende munt" op haar activa kon boeken.
- de stichting "Leon De Meulemeester" het Wevershof moest bestemmen tot "godshuis".
Aanvankelijk waren de huisjes uitsluitend voorbehouden voor de bejaarde echtparen van de Sint-Annaparochie. In de zitting van 14 februari 1938 werd een amendement goedgekeurd waarbij ook andere" armlastigen der stede" een godshuisje van het Wevershof konden betrekken. In ruil zouden dan evenveel godshuizen gelegen in de Sint-Annaparochie voorbehouden worden voor personen van de parochie die aan de voorwaarden voor het betrekken van een godshuisje voldeden.
Uit de verschillende documenten in verband met het legaat blijkt duidelijk dat de huisjes kant Zonnekemeers inbegrepen zijn in de overdracht naar de stichting "Leon De Meulemeester". Voortaan vallen de huisjes met toenmalige nrs Zonnekemeers 5-11 onder de stichting en dus onder het stelsel van de Godshuizen.
een muurplaat aan de ingang van het Wevershof herinnert eraan dat dank zij het legaat van Leon De Meumeester het Wevershof thans als beluik van godshuizen aangewend zal worden. |
Het legaat van Leon De Meulemeester laat nu een grondige restauratie van het Wevershof toe. Ondertussen is er in die periode echter een andere ontwikkeling bezig in verband met de verbindingsweg tussen het Sint-Janshospitaal en de Minnewater kliniek.
(zie de webpagina " Zonnekemeers
, viaduct en poortgebouw" of klik hier voor meer informatie. Hieronder geven we alleen foto's en informatie die direct verband houden met het Wevershof).
De verbindingweg Sint-Janshospitaal-Minnewaterkliniek doorkruist het Wevershof
In diezelfde periode rond 1930 had Professor dr J. Sebrechts van het Sint-Janhospitaal het plan opgevat om een nieuwe chirurgische kliniek te bouwen in het Gasthuis Sint-Antonius (de latere Minnewaterkliniek). Daarvoor was een verbindingsweg nodig tussen het Sint-Janshospitaal en de Minnewaterkliniek. Om de verbindingsweg te realiseren moest men door het Wevershof. Het is niet waarschijnlijk dat deze plannen al hebben meegespeeld bij het kopen van het Wevershof in 1924.
In 1933 werkten dr Joseph Sebrechts en ir Albrecht Seys een voorstel uit voor de chirurgische kliniek in opdracht van de C.O.O. In 1935 besliste de COO dat de nieuwe chirurgische afdeling in het Sint-Antonius Gasthuis voor bejaarde vrouwen gelegen aan het Minnewater ingericht zou worden. De arrondissementsingenieur Kamiel Lesy werd aangesteld om de plannen voor de verbindingsweg te maken. In 1936 gaf de stad de bouwvergunning en Karel Casteleyn werd aangesteld als aannemer voor de aanleg van de verbindingsweg en het afbreken van de betrokken huisjes in het Wevershof. De bouw van de verbindingsweg duurde tot 1938.
Het grondplan opgesteld door Kamiel Lesy hieronder toont waar de verbindingsweg tussen Sint-Janshospitaal en de Minnewaterkliniek over het Wevershof gaat. Het is duidelijk dat er daarvoor ettelijke huisjes zouden sneuvelen. De toegang
tot het Wevershof werd nu onder de viaduct gepland. |
|
Uit het kaartje blijkt dat de huisjes in de Zonnekemeers genummerd zijn als 5,7,9,11,13 en 15. In het Wevershof zijn de huisjes genummerd van ( de nr 1 tem 4 sedert 1925 eigendom van de gebr Claeys zijn nog aangeduid; ze zullen geintegreerd worden in het pand van de meubelfabriek.) Het is duidelijk dat de huisjes langs de Zonnekemeers nr 9 en deel nr 11 en in het Wevershof nr 27, deel van 28, 20 en 21 moesten gesloopt worden voor het aanleggen van de verbindingsweg. |
|
Hieronder de lengteprofiel plannen van ir Kamiel Lesy voor het gedeelte Wevershof |
Er was een optie voor een traject die onder het Wevershof zou lopen (zie plan hierboven), maar die kwam niet in aanmerking. Er werd gekozen voor een viaduct die over het Wevershof liep (zie plan hieronder). |
op de foto van de opbouw van het poortgebouw van de viaduct over de Zonnekemeers in 1937 naar het ontwerp van Luc Viérin zien we links de oude toegang tot het Wevershof , die vervangen zal worden. Helemaal links zien we het huis toebehorend aan de gebr.Claeys (Wevershof 1). Aan de andere kant van de toegangsweg het huis Zonnekemeers nr 5. |
|
Op de foto links zien we de afbraak in 1937 van een huisje van het Wevershof voor de aanleg van de verbindingweg door de aannemer Casteleyn. Op de achtergrond rechts zien we de gebouwen van de gebr. Claeys. |
Op 29 januari 1938 vraagt de C.O.O. een vergunning voor het het bouwen en herstellen van huizen in de Zonnekemeers en Wevershof , zoals "begrepen in de algemene aanbesteding tot maken van de verbindingweg". Karel Casteleyn wordt hiervoor door ir Kamiel Lesy aangeschreven als aannemer.
De bijhorende plannen uit 1938 zijn opgemaakt door Fr. Danneels, de bouwmeester van de C.O.O. Ze zijn moeilijk leesbaar . Hiernaast zien we de kant van de Zonnekemeers. |
Op deze foto is nu nog goed te zien in de gevel dat de helft van het huis nr 11 aan het toenmalig nr 13 is toegevoegd. Nu draagt het geheel nr 11. |
Aan de noordkant van het Wevershof, links van de viaduct, wordt nr 26 gespaard en het nr 28 verkleind. |
De noordgevel van het huisje nr 19 aan de zuidkant van het Wevershof, links van de viaduct . Onder de viaduct bevond zich een garage. |
In mei 1938 gaf de stad aan de C.O.O. een vergunning voor het herbouwen van de huizen Zonnekemeers nr 5 en nr 7 en een nieuw huis in de oude doorgang en het wijzigen van de binnenverdeling van de huisjes in het Wevershof nrs 5 tem 13.
Ook deze plannen zijn opgemaakt door Fr. Danneels.
Hieronder het plan van de gevels : links het nieuwe huis in de doorgang en rechts de samengevoegde huizen, Zonnekemeers nr 5 en nr 7. De huidige toestand bewaart het uitzicht op dit plan maar er zijn geen bogen boven de vensters.
Verder hieronder het grondplan van die huizen, links is de muur met het domein van de gebr. Claeys en rechts de muur van de viaduct. Achteraan naast de viaduct bevindt zich het verkleinde huisje Wevershof nr 28.
Voor de huisjes Wevershof nr 5 tem 13 hield de wijziging van de indeling, ook in dat elk huisje zijn eigen toilet bekwam, zoals voor de huisjes Wevershof nr 13- 23 in 1932. In de jaren die daaropvolgen zijn er niet veel veranderingen meer gebeurd. We mogen aannemen dat het grondplan van de bestaande toestand in 1992 uit het renovatie dossier van 1996 naar het ontwerp van architect Michielsen ongeveer de toestand is in 1938 na de wijzigingen. (zie kaart hieronder, het noorden is rechts))
De nummering van de huizen in het Wevershof is nogmaals veranderd na de restauratie in 1938: op de kaart rechts, ten oosten van de viaduct onderaan start nr 1 om dan in wijzerzin naar nr 22 te gaan, ten westen van de viaduct. Bemerk ook de wijzigingen in de huisjes Wevershof voormalig nr 5 tem nr 13 (nu nr 3 tem nr 10). Ook de nummering van huisjes aan de Zonnekemeers zijn veranderd: nr 7, nr 9,en nr 11
Aan de hand van het dossier van de renovatie van het Wevershof uit 1996 hebben we eveneens de de mogelijkheid om de bestaande toestand van de gevels in 1992, representatief voor de toestand in 1938, weer te geven. Zie de drie plannen hieronder. Rechts midden ziet u in het klein een totaalbeeld van het Wevershof waar het betrokken blok donker is gekleurd.
Hieronder de gevels en doorsneden van Blok A (noordelijk deel van het Wevershof).
Bemerk ook dat de 3 huisjes langs de Zonnekemeers zijn weergegeven onderaan het plan (Blok D).
De gevels en doorsneden van Blok B (oostelijk deel van het Wevershof)
De gevels en doorsneden van blok C ( het zuidelijk deel van het Wevershof)
Hieronder zien we in een aantal foto's uit de jaren na 1938
Het uitzicht van deze verbindingsweg op het Wevershof is niet bepaald een prettig.
Vanuit de oostkant van het Wevershof gaf dit zeer bevreemdende resultaten. |
|
Ook gezien vanuit de westkant |
Links enkele impressies van de verbindingsweg vanop helling van de viaduct bij het verlaten van het Wevershof in de richting van de Minnewaterkliniek. Hieronder de toegang naar hete Wevershof gezien vanuit de Zonnekemeers en vanuit het Wevershof |
Een luchtfoto uit 1981 geeft een idee van de gebouwen in die tijd en hoe de verbindingsweg het Wevershof doorsnijdt (links bovenaan). De Zonnekemeers bevindt zich in het midden van de foto. |
In 1983 maakte het OCMW een doorlichting van heel haar woningbezit van 450 woningen. Ze stelde een meerjarenplan op om al de woningen te saneren en aan te passen aan het moderne comfort. De 450 woningen zouden herleid worden tot een 300 tal woningen.
Ook het Wevershof stond op de planning. In 1990 werd de beslissing genomen om het Wevershof te saneren en Robert Michielsen aan te stellen als architect op vraag van de architect van de OCMW, de heer Armand Schrauwen. De stad moest wel eerste de helling van de viaduct afbreken en dit op kosten van de OCMW. Arch. Schrauwen vocht aan dat dit op kosten van de OCMW moest gebeuren daar zowel de helling van de viaduct als de grond eronder eigendom zijn van de stad. Er werd tenslotte beslist dat het ganse binnengebied van het Wevershof overgedragen werd aan de stad in het kader van een ruiloperatie tussen de OCMW en de stad en dat het dan openbaar domein werd .
Rond 1990 zijn de huisjes van het Wevershof inderdaad aan een renovatie toe.
Op 21 oktober 1992 gaf het Vlaams Gewest via hoofdingenieur Braeckman een vergunning aan de stad voor heraanleg van de binnengronden achter het Wevershof en voor het afbreken van de hellingen van de viaduct. De renovatie van het Wevershof kon nu ook starten.
OP 18 mei 1994 gaf de stad een gunstig advies tot het saneren van de huisjes 1 tem 22 van het Wevershof en de huisjes nr7, 9 en 11 van de Zonnekemeers.
Tenslotte konden de werken van start gaan op 4 mei 1995, o.a. dank zij de steun van Domus Flandria, een project van de minister De Batselier, en de steun van de stad Brugge in het kader van kunstige herstellingen.
Gezien de zeer bedenkelijke toestand van de huisjes van het Wevershof werd beslist tot een harde restauratie. De bestaande huisjes werden afgebroken en opnieuw opgebouwd binnen het historisch gegroeide grondplan. De bestaande gabarieten en architectonische vormgevingen en stijl werden behouden. Hieronder een voorbeeld.
tijdens de renovatieweken |
na de renovatieweken |
De bouwaanvraag van Walleyn in 1994 voor het bouwen van een studentenresidentie op het domein van de meubelen Claeys (zie webpagina "Wevershof en de meubelfabriek Claeys), bevatte een kadasterplan van rond 1992 en laat toe de wijzigingen van de kadasternrs te volgen. |
|
Meubelen Claeys bevat C-1032h, C-1032l en C-1033h4 (na de ombouw Zonnekemeers nr 3 en 5, vroeger C-1033u3 en C-1033v3) Wevershof C-1033 met indexen: ten zuiden:
|
ten noorden van het Wevershof: aanpassingen omwille van de viaduct: Langs de Zonnekemeers: |
Aan de hand van het dossier van de renovatie van het Wevershof uit 1996 hebben we de de mogelijkheid om de nieuwe toestand van de gevels in 1996 weer te geven. Zie de drie plannen hieronder. Wat Blok A, B of C betekent ziet u rechts midden een totaalbeeld van het Wevershof in het klein waar het betrokken blok donker is gekleurd. Bemerk ook dat de 3 huisjes langs de Zonnekemeers is weergegeven in Blok A.
De gevels en doorsneden van Blok A (noordelijk deel van het Wevershof)
De gevels en doorsneden van Blok B (oostelijk deel van het Wevershof)
De gevels en doorsneden van Blok C (zuidelijk deel van het Wevershof)
Na de renovatie blijven er 11 huisjes over rond het Wevershof en 3 huisjes in de Zonnekemeers.
Burgemeester Bourdon ter gelegenheid van de inhuldiging van de renovatie van het Wevershof.
Hieronder een luchtfoto met de laatste ontwikkelingen, na de renovatie en de bouw van het appartementsgebouw in 2016 op het domein van de meubelen Claeys.
We sluiten de webpagina af met de verwijzing naar de klaprozen in de muurplaat van de toegang naar het Wevershof die het symbool zijn voor het streven naar vrede en zorg voor minderbedeelden of mindervaliden.
Ik blaas de maan uit en alleen de klaprozen geven licht.(Boudens) In donkere tijden geven alleen de klaprozen nog licht. De klaprozen staan symbool voor vrede, liefdadigheid en gehandicaptenzorg. |
Zicht op de Walbrug op de de reie en de zijkant van de voormalige meubelfabrieken Claeys. Op de achtergrond de brug van het Begijnhof. Onderaan in het midden de klaprozen van de www.klaprozen.be |