Het poortgebouw van de viaduct over de Zonnekemeers, de oude verbindingsweg tussen het Sint-Janshospitaal en de Minnewaterkliniek
en de aanvraag tot bescherming.

Hierboven: het poortgebouw als onderdeel van de viaduct over de Zonnekemeers en de verbindingsweg tussen het Sint-Janshospitaal en de Minnewaterkliniek vóór de afbraak van de talud (links op de foto).

De verbindingsweg is niet los te denken van de persoon van prof.dr. Jozef Sebrechts.

Jozef Sebrechts
(° Wiilebroek 1885 + Brugge 1948)

Hij studeerde af in 1908 in Leuven met grote onderscheiding als doctor in de geneeskunde en chirurgie. Ondertussen had de chirurgie door de ontwikkeling van anesthesie en de asepsis zich kunnen ontwikkelen tot een gewaardeerde discipline in de geneeskund. In 1892 werd de Société Belge des Chirurgiens opgericht waardoor de chirurgie zich definitief ontdeed van de middeleeuwse perceptie.

dr Sebrechts vestigde zich in 1909 in Brugge in de Mallebergstraat.
In 1910 werd hij benoemd in de Sint-Jozefkliniek dat in hetzelfde jaar in gebruik genomen werd.
in 1912 werd hij ook benoemd als adjunct chirurg in het Sint-jan Hospitaal.
In 1917 werd hij er diensthoofd van de chirurgie om in 1932 hoofdgeneesheer te worden. In het Sint-Janhospitaal werd een postuniverstair centrum ingericht onder zijn leiding .

In 1929 ondernam hij een reis naar de USA voor het eerste internationaal congres van de hospitalen. Daar deed hij de inspiratie op om de afdeling in het Sint-Jan hospitaal continu verder te moderniseren en uit te breiden volgens zijn plannen.

 

 

Hij werd een internationaal beroemde chirurg, die gedurende het interbellum de chirurgie in België domineerde. Hij verbeterde de technieken ivm ruggemerg-verdoving en met open operaties in de buikholten, darmen en borstkas met grote aandacht voor verfijnde hygiene . Zijn school in het Sint-Janshospitaal werd de bakermat van toekomstige bekwame chirurgen.

De chirurgie breidde zich zo uit dat bijkomende ruimte nodig was. Maar in de crisisjaren dertig werd wegens de besparingen een nieuwbouw niet toegestaan. Daarom werd het bestaande gasthuis Sint-Antonius in de Gasthuisstraat gekozen als alternatief. Het lag aan het Minnewater op een boogscheut van het Sint-Janshospitaal. Dr Sebrechts eiste wel een snelle en directe verbinding met het Sint-Janshospitaal. Daarmee lag dr. Sebrechts aan de grondslag van de verbindingsweg die we hier bespreken.

In 1934 maakte hij samen met ir A.Seys een gedetailleerde studie van een hypermoderne chirurgische afdeling naar de normen van die tijd. Omwille van de oorlogsomstandigheden kon de afdeling pas in 1947 volledig in gebruik genomen worden. Het Sint-Antonius instituut wordt voortaan de Minnewaterkliniek genoemd.

   

Verkenning van het terrein waarop de verbindingsweg tussen het Sint-Janshospitaal en het Gasthuis aangelegd zou worden

Hieronder ziet u de 2 sites die verbonden moesten worden. De eerste foto uit de zeventiger jaren toont een totaalbeeld van het Sint-Janhospitaal: onderaan bevindt zich de kraamkliniek in de Oostmeers , bovenaan bevinden zich de Middeleeuwse gebouwen, in het midden de 19de eeuwse gebouwen en rechtsmidden het poortgebouw over de Zonnekemeers en de verbindingsweg. Het is duidelijk dat de site een grote uitbreiding gekend heeft, getuige de vele prefabgebouwen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat al in de jaren 30 ook aan een uitbreiding voor de bloeiende chirurgie afdeling werd gedacht.

 

Voor die uitbreiding werd een oplossing gevonden : Het Gasthuis in de Gasthuisstraat (sinds de dood van dr Sebrechts in 1948 dr prof. Jozef Sebrechtsstraat genoemd). Zie foto hieronder van het Gasthuis, dat in 1892 naar het ontwerp van Louis Delacenserie werd gebouwd.

 
 

Voor een vlotte verbinding tussen de 2 sites werd in 1938 de verbindingsweg , die we hierna in detail bespreken, aangelegd

1. De voorgeschiedenis van de verbindingsweg

In de Prof. Dr. J. Sebrechtsstraat (vóór1948, de Gasthuisstraat ) bevond zich het Gasthuis voor bejaarde vrouwen. Dit Gasthuis werd in 1886 door arch L.Delacenserie gebouwd in opdracht van de Commissie der Burgerlijke Godshuizen. In 1892 wordt het gasthuis door bisschop Faict ingewijd met als naam het Sint-Antonius instituut. Het zijn de "Zusters van Liefde" die de zorg van de bejaarde en zieke vrouwen op zich nemen. De orde van de "Zusters van Liefde" werd opgericht in Gent in 1803 . De zusters vestigden zich sinds 1820 ook te Brugge in het voormalige Karthuizerinnenklooster .

Het nabijgelegen Sint-Janshositaal had reeds enkele jaren problemen met overbevolking. De Commissie van Openbare Onderstand (COO) onderzocht in 1933 onder impuls van Dr J.Sebrechts de mogelijkheden om de chirurgische diensten in het gasthuis onder te brengen. De Zusters van Liefde verlieten in dat jaar het gasthuis en de bejaarden werden in verschillende andere inrichtingen geplaatst, onder andere in de OLV ter Potterie. In 1935 besliste de COO dat het Gasthuis als een ziekenhuis voor chirurgie wordt ingericht. Een verbindingsweg tussen het Sint-janshospitaal en de nieuw ingerichte Minnewaterkliniek moest zorgen voor een snelle en veilige verbinding.

2. Hoe ziet het terrein eruit waar de verbindingsweg zal komen tussen de beide klinieken in de 19de en begin 20ste eeuw

Op de kaart van Marcus Gerards uit 1562 hebben we al een beeld van het terrein met het Begijnhof, het zij wel wat vervormd. De verbindingsgracht tussen het Minnewater en het Capucienereitje is duidelijk weergegeven in het midden, wat meer naar rechts hebben we de Begijnendoorgang (op latere kaarten ook de 'passage du Béguinage' genoemd). Die doorgang geeft uit op de Oostmeers via een poortje, in de volksmond ook "het Koegat" genaamd (in het frans 'queu du Béguinage'). Nog meer naar rechts is er nog een gracht getekend door Marcus Gerards, die het zuidelijk deel van het Begijnhof afsluit. Links van de verbindingsgracht is het Begijnhof, meer naar links het halfrond van de Begijnhofringgracht. De latere verbindingsweg met het Sint-Janshospitaal zal die bocht van het halfrond volgen. Nog meer naar links bevindt zich de Zonnekemeers

Hieronder zoveel jaren later een kadasterkaart uit 1811:

bovenaan
: de Zonnekemeers (in die tijd de 'Nieuwe Meers' of de 'rue du Soleil' genoemd), links: de Oostmeers , rechts: de Reie, rechts onderaan: het Begijnhof.

Tussen de grachten aan de achterkant van de huizen aan de zuidkant van de Zonnekemeers en die aan de oostkant van de Oostmeers enerzijds en de gracht rond het Begijnhof anderzijds ligt er een open terrein: de bleekweiden.

 

 

Belet dat de gracht achter de huizen van de Zonnekemeers aftakt naar die straat en aan de andere kant doorloopt over het terrein van het Sint-Janshospitaal. In de Noordoosthoek valt het grote huis en atelier op van de brandewijnstokerij die rond 1900 de meubelmakerij van de familie Claeys wordt , daarnaast hebben we de werkmanshuisjes waaruit later het beluik van het Wevershof zal groeien. In de hoek aan de andere kant van de Zonnekemeers langs de reie ligt een ververij, waar later het Koetshuis komt. (Die gebouwen zullen later in het jaar nog besproken worden op deze website)

Ook de gracht achter de huizen van de Oostmeers heeft een aftakking die naar de Oostmeers en verder loopt naar de Westmeers. Onder de vensterbank van het huis Westmeers nr 111 is er nog een gedenksteen die herinnert aan die aftakkingsgracht (zie foto hieronder) (er is ook een dergelijke steen in de Boeveriestraat).

Op het volgende deelkaartje hieronder uit hetzelfde kadasterplan uit 1811 ziet u de zuidkant van het terrein tussen de Oostmeers links(toen 'grandes rues du Marais' genoemd) en rechts het Minnewater.

Bovenaan het zuidelijk deel van het Begijnhof (rechts) met de Begijnhofdoorgang (hier 'passage du Béguinage' genoemd ), met een langsgebouw (roodachtig gekleurd), naar de Oostmeers. In de bedding van de Begijnhofdoorgang wordt later de Gasthuisstraat aangelegd.

Onderaan: de Begijnenvest met de molen. Het terrein praktisch onbebouwd en doorsneden met grachten. Het terrein werd ook hier gebruikt voor bleekweiden, later wordt hier het Gasthuis gebouwd.

 

 

 

 

De molen op het kaartje hierboven is de "Doudemolen", naar de naam van de molenaar, of ook de "Kapitein van het Begijnhof" genoemd. Ze stond op de Begijnenvest, waar nu het standbeeld van de beeldhouwer Pickery staat. De molen werd in 1878 gesloopt.

 

Hieronder: het terrein tussen het noordelijk en zuidelijk deel besproken in de 2 voorgaande deelkaartjes van dezelfde kadasterkaart uit 1811.
Links : de Oostmeers, rechts: het Begijnhof , boven: der stede waterloop (de aftakkingsgracht)
onder: de Begijnhofdoorgang, in het midden de gracht rond het Begijnhof, die uitmondt in de verbindingsgracht tussen het Minnewater en het Capucinereitje. De verbindingsgracht kruist de Oost- en de Westmeers .

 

Hieronder: de kadasterkaart van Popp uit 1854 (de volle zwarte lijnen) met een overlapping van de huidige percelenkaart (de grijze schaduwen). De contouren van het huidige restant van de verbindingsweg zijn de dubbele lichtgrijze verticale lijnen tussen de begijnhofgracht en de achterkant van de huizen van de Oostmeers.

 

 

Op deze kaart zien we dat langs de Zonnekemeers aan de zuidkant rechts nu al de huisjes van het Wevershof gebouwd zijn: aan de bovenkant van het Wevershof zijn er 2 rijen huisjes en aan de onderkant lopen de huisjes door tot aan de Reie.

Aan zuidkant van de Zonnekemeers links is het grotere huis vervangen door kleine arbeidershuisjes. Er is ook nog het restant te zien van de gracht die van noord naar zuid liep tussen de huizen van de Oost- en Westmeers en verbonden was met de aftakkingsgracht.

Uit de grijze schaduwen van het huidig percelenplan kunnen we opmaken
- dat het kloosterpand der zusters Benedictijnen van het Begijnhof boven de Begijnhofgracht is gebouwd,
- dat de Begijnendoorgang verdwenen is en dat nu iets meer noordelijker de Sebrechtsstraat ligt en
- dat het Gasthuis zelf op de zuidelijke bleekweiden werd gebouwd.
- dat de vroegere grachten en greppels gedempt werden behalve de Begijnhofgracht en de verbindingsgracht tussen het Capucienenreitje en het Minnewater (zie foto uit 1858 hieronder van de monding van de verbindingsgracht in het Capucienereitje)


Op de foto hieronder uit 1885, is de toestand ongeveer nog zoals op de kadasterkaarten hierboven. De foto is ongeveer genomen op de plaats waar de "passage de Béguinage" uitgeeft op de Oostmeers (ongeveer aan het Koegat dus).
Tussen de Sint-Salvatorkerk en de Halletoren zien we duidelijk het Bisschoppelijk paleis met de 2 vleugels en het middengedeelte met het fronton. Rechts ervan zien we mogelijks een glimp van het 19de eeuwse Sint-Janshospitaal en de brouwerij met de schoorsteen en de ast, verder rechts op de voorgrond de westelijke achterkant van het Begijnhof.
Onderaan zien we de donkere boord van de verbindingsgracht en rechts onderaan het gebouwtje dat ten noorden van het einde van de "passage du Béguinage ligt. Voor de gracht zien we de bleekweiden waar zusters de lakens spreiden? (onderaan de foto).

Dezelfde situatie als hierboven boven is vanuit een wat verdere standplaats geschilderd door Bruno De Simpel in 1886 . Het geeft een breder zicht zodat we links ook nog het restant van Capucijnenabdij van het Zand zien . Onderaan is ook de grotere omtrek van het Begijnhof te zien met daarvoor de bleekweiden.

In het begin van de 20ste eeuw ten tijde van het Sint-Antoniusgesticht van de Zusters
van Liefde werd de achterkant nog steeds gebruikt voor het linnen (zie foto hieronder).

 

 

 

 

 

Er graasden toen zelfs koeien aan de achterkant van het gasthuis Sint- Antonius (rechts zien we ingang voor de voertuigen)

   
3. De plannen en de start van de verbindingsweg en poortgebouw

De plannen voor de inrichting van de chirurgieafdeling in het gasthuis die uitgewerkt werden door dr. Sebrechts en ingenieur A.Seys in 1934 werden in 1935 door de hoge gezondheidsraad goegekeurd.

In 1934 wordt de heer ir. Kamiel Lesy, arrondissements ingenieur te Brugge, aangesteld om de werkzaamheden in verband met de verbindingsweg te coördineren. Nog in 1934 beginnen de eerste besprekingen en aanstellingen. Hij volgt daarmee de provinciale hoofdingenieur Remy Cloedt op die zegt de coördinatie-opdracht niet te kunnen aanvaarden. (Zie verslag hieronder). In hetzelfde verslag wordt de heer A.Seys bedankt voor zijn diensten.

:

de heer Bovée wordt aangesteld als bouwmeester (= architect) om het Gasthuis om te bouwen naar een chrirurgisch kliniek . Hij volgt de heer A. Seys in die functie op. Dezelfde heer Bovée wordt ook aangesteld om het gasthuis aan te passen voor de aansluiting op de verbindingsweg.

In 1935 legt hij zijn plannen voor aan de dr Sebrechts en de Commissie v Openbare onderstand, die aanvaarden. De heer A. Verbeke wordt aangesteld als aannemer.

Eind 1935 legt ir Lesy de ontwerpplannen van de verbindingsweg voor aan de C.O.O. Er zijn 2 versies voorzien : een met een tunnel onder de Zonnekemeers en een met een viaduct over de Zonnekemeers. (zie verder voor de afbeelding van de plannen)

In 1936 wordt de heer Karel Casteleyn aangesteld als aannemer voor de aanleg van de verbindingweg en het afbreken van de betrokken huisjes van het wevershof.

De heer Frans De Cuypere wordt aangesteld als aannemer van de wegenisaanleg op de site van van het Sint-Janshospitaal. Hieronder : rechts het terrein van het Sint-Janshospitaal met het deel van de wegeniswerken die nog aansluiten met het koetshuis (onderaan met de doorgang in blauwe kleur)en de aansluiting met de bocht voor aanloop naar de te bouwen verbindingsweg (zie de punt-streeplijnen bovenaan midden). Links bevindt zich de Zonnekemeers .

Luc Viérin wordt aangesteld als bouwmeester (architect) van het poortgebouw.

in september 1936 wordt door de stad Brugge een vergunning verleend voor verbindingsweg en het ontwerp van het poortgebouw. In december 1936 wordt het ontwerp en plan van Luc Viérin voor het poortgebouw goedgekeurd. Het poortgebouw is gebouwd in een Brugse neo-stijl met 2 sierlijke torentjes aan de kant van het Sint-Janshospitaal. (zie ontwerptekening hieronder)

De plannen voor de verbindingsweg zelf werden opgesteld door ir Kamiel Lesy. Het is onmogelijk om die plannen allemaal weer te geven. Verder in de tekst geven we enkele plannen om een idee te geven.

Hiernaast : de vergunning van de stad in juli 1936 voor de bouw van de verbindingsweg over de Zonnekemeers en Wevershof en onder de Sebrechtsstraat om een "gansch privaten verbindingsweg " te bouwen. Omwille van het esthetisch uitzicht van de Zonnekemeers moet voor de bouw van de brug over de Zonnekemeers en het poortgebouw een bijkomende goedkeuring bekomen worden volgens het bijgevoegd ontwerp.

Als erkenningrecht van stadseigendommen zal de COO jaarlijks een vergoeding moeten storten in de stadskas.

   

 

hiernaast het voorblad van de vergunning voor de bouw van de brug en het Poortgebouw in december 1936. Zoals voor alle nieuw te bouwen huizen in de Zonnekemeers moet ook de voorwaarde om de rooilijn, opgelegd in 1883 om de straat te verbreden, gerespecteerd worden.

Op het grondplan op straatniveau is de oude en nieuw rooilijn, opgelegd door een KB van 1883, aangeduid (zie de omlijning).

Deze nieuwe rooilijn heeft de Zonnekemeers een totaal ander uitzicht gegeven:
in de loop van de 20ste eeuw werden alle huizen van de Zonnekemeers aan de noordzijde gesloopt en aan de zuidzijde werden alle huizen aangepast.

Zie ook de rubriek Oud Sint-Jan, Sint-Janverpleegsteroppaster
school, Zonnekemeers 18-20, bouwgeschiedennis of klik hier om direct op de pagina te komen.

   

 

In 1937 wordt de SV Het Bouwbedrijf aangesteld voor de betonstudie van de verbindingsweg, bruggen en poortgebouw. Hiernaast het plan voor de bewapening van de brug en poortgebouw.

Hieronder een deel van het plan van de betonstudie voor de weg.

   

In 1937 wordt de heer Karel Casteleyn ook aangesteld voor het aanbrengen van het bas-reliëfbeeld van Johannes de Doper met het Lam gebeeldhouwd door Michiel Poppe in 1925 op de oostgevel van het poortgebouw en het beeld van Johannes de Evangelist met de sierlijke lantaarn aan de westgevel . Het hoeft geen betoog dat beide figuren refereren naar de naam van het Sint-Janshospitaal. (zie meer info onderaan de pagina over de Bruggeling Michiel Poppe, een groot maar in Brugge onbekend beeldhouwer)

   

 

   
De plannen van de verbindingsweg zelf

a. Het concept van het traject van de verbindingsweg

Hieronder de aanduiding met een lichte stippellijn zoals het verloop van de verbindingsweg opgevat werd. Het plan links toont de stippellijn tot de stadsgracht (verbindingsgracht tussen het Minnewater en het Capucienereitje), het plan rechts toont de stippellijn tot de achterkant van het Minnewaterkliniek. Het ontwerp maakt dankbaar gebruik van de gebieden van de bleekweiden. Het terrein is praktisch niet meer veranderd sinds het kadasterplan van Popp uit 1854. Maar de meeste grachten zijn verdwenen, behalve de verbindingsgracht tussen het Minnewater en het Capucienereitje en de gracht rond het Begijnhof, die uitmondt in de verbindingsgracht.

   

b. De grondplannen van de verbindingsweg

Hieronder : het eerste deel.
linksboven: het Koetshuis, rechts: het Wevershof, belet de originele toegang tot het Wevershof. Ook hier weer de aanduiding in stippellijn van de te respecteren rooilijn langs de noordkant van de Zonnekemeers. De gracht achter de huizen van de Zonnekemeers wordt gedempt.

Llinks en rechts het tweede deel van het grondplan

 

de aftakkingsgracht wordt gedempt

 

   

Het derde deel van het grondplan.
Bovenaan de Sebrechtsstraat, waar de verbindingsweg onder de straat loopt en verder onder de gebouwen van de Minnewaterklieniek om dan achter het gebouw tussen de tweede en derde kam naar boven te komen.

c. De lengteprofielen van de verbindingsweg

Hieronder de aanzet van het plan opgemaakt door ir . Lesy

Het plan boven sluit aan op het plan van de doorgang onder de Sebrechtsstraat en onder het hoofdgebouw van de Minnewaterkliniek hieronder . De ontwerper had een kunstige manier om de autoweg en de voetpad aan te duiden. In de tunnel zie je en ziekenwagen en zelfs een zuster te voet met hand aan de leuning een trap af dalen. Links in het midden bevindt zich een grachtje die gedempt moet worden.

Het plan hieronder op kleinere schaal herhaalt ten dele de bovenstaande tekening . Toch is het van belang aan te duiden dat men al in die tijd belang hechte aan de visuele impact om de hoogte van de muur langs het voetpad te bepalen. Uiterst links in het midden bevindt zich de brug over de verbindingsgracht tussen Minnewater en Capucienereitje, waarvan we later een foto zullen zien. Belet ook de zuster rechts die net nog rechtop kan lopen over het voetpad van de verbindingsweg.

Hieronder het lengteprofiel van het gedeelte van weg tussen de oprit in het Sint-Janshospitaal en de afrit na het Wevershof met daaronder een vergroot beeld van brug over de Zonnekemeers (zonder poortgebouw en met een voetganger) en over het Wevershof (met auto). Aan de kant van het Sint-Janshospitaal snijdt de verbindingsweg een gebouwtje en een huis aan de straatkant. Aan het Wevershof snijdt de weg eerst de 2 voorste rijen huisjes en dan een huisje aan de achterkant van het Wevershof.

De offerteaanvraag voorzag ook een alternatief met een ondergrondse verbinding onder de Zonnekemeers en het Wevershof

Er was maar 1 inzender die ook voor dit alternatief een prijsopgave gaf en dat was de heer Casteleyn. Om verschillende redenen werd deze optie niet in aanmerking genomen.

4. De opbouw van het poortgebouw

Het poortgebouw tijdens de opbouw van 1938. Op de foto hiernaast staat links het huis met de tuitgevel. Onder door de poort ziet u een glimp van het koetsgebouw. Het beeld van Sint-Jan is nog niet in de nis geplaatst. Hier is goed te zien dat de rooilijn van de huizen aan de noordkant van de Zonnekemeers niet in de nieuwe rooilijn van het decreet van 1883 staan, ze zullen dan ook verdwijnen. Voordien was de Zonnekemeers een smalle straat.

Rechts een beeld van de opbouw in de sneeuw in de winter van begin 1938. Links van de weg in aanbouw: de gebouwen van de stallingen achter het koetsgebouw (niet in beeld) en rechts van de weg het silhouet van het huis met de tuitgevel.

.

Op de foto boven links is het poortgebouw al afgewerkt en is het beeld van Sint-Jan de Doper al geplaatst, ook het huis met de tuitgevel is nog niet gesloopt, wat de foto rond 1939-1940 dateert. Op de foto boven rechts en hiernaast van rond 1944 is het huis met de tuitgevel al gesloopt waarschijnlijk net voor 1940. Onder de poort door is de muur naast het koetshuis zichtbaar : de muur en het koetshuis zullen ook moeten aangepast worden aan de nieuwe rooilijn (dit gebeurde rond 1970).

 

Hiernaast een merkwaardige foto van de opbouw met het zicht naar de Oostmeers. De bouw is nog in een vroeg stadium zonder de het dak.

Links bevindt zich het Wevershof met nog de oorspronkelijke toegang vóór het poortgebouw. De huisjes aan elke kant van de oude doorgang zullen verdwijnen en in analoge stijl opnieuw heropgebouwd worden maar op de nieuwe rooilijn.

Onder de poort door bemerk je op het einde van de Zonnekemeers een rij arbeidershuisjes die ook afgebroken zullen worden voor het verbreden van de straat op die hoek.

   
5. De verbindingweg in de periode 1938- tot de afbraak

zo zag de brug van de verbindingsweg over het Wevershof eruit: niet bepaald esthetisch noch vriendelijk

zelfs met kleuren was het zicht troosteloos

Onder de poort via de nieuwe doorgang naar het Wevershof was een donkere bedoening

Hetzelfde geldt voor het uitrijden van het Wevershof langs dezelfde doorgang naar de Zonnekemeers

 

De oprit van de verbindingsweg naar de brug over de Zonnekemeers kant Sint-Jan in de sneeuw. Let ook op de stallingen achter het koetshuis (hier niet zichtbaar) met het gebouw van de meubels Claeys op de achtergrond.

De afdaling van de verbindingsweg boven het Wevershof na het verlaten van het poortgebouw

De afdaling van de verbindingsweg na het verlaten Wevershof met de grote bocht (zie,bij vergroting, de waarschuwing op de zijgevel van het laatste huis bij het verlaten van het Wevershof)

 

 

 

 

Onderweg was er ook een mogelijkheid tot parkeren op een rommelige en troosteloze parking, aangelegd op de bredere zone van de vroegere bleekweiden.

Hiernaast en hieronder kun je een beeld vormen van die tussenliggende parking. Op de foto hieronder heb je ook een totaal overzicht van de verbindingsweg van af Sint-Jan tot voorbij de parking.

Zowel hoogwaardigheidsbekleders als gewone voetgangers maar uiteraard ook en vooral de ziekenwagens maakten gebruik van de verbindingsweg.

 



6.De huidige toestand van het het tracée van de verbindingsweg

Bij de verhuis van het Sint-Janhospitaal in 1976 naar de nieuwe gebouwen in Sint-Pieters, werd de verbindingsweg overbodig. De hiernavolgende foto's tonen aan dat de verbindingsweg een blijvende stempel heeft gedrukt op de omgeving. Naast goede renovaties (het Wevershof, de tuinweg achter de huizen van de Oostmeers) zijn er ook waardevolle elementen en groene partijen en grachten die nog op renovatie wachten zoals het Poortgebouw en de Begijnhofgracht en de Verbindingsgracht.

Een totaal overzicht van de huidige verbindingsweg en omgeving:

Het Poortgebouw:

In 1992 wordt bij een wijziging van het erfpachtcontract voor Oud Sint-Jan het poortgbouw en talud bij de erfpacht gevoegd. De bedoeling is uitdrukkelijk dat de erfpachthouder het poortgebouw goed zou onderhouden. Nog in 1992 werd een vergunning verleend om de talud aan de kant van het Oud Sint-Jan af te breken en het vrijgekomen terrein werd geintegreerd in de parking. Het poortgebouw bevond zich in zeer slechte staat. Na lang aandringen heeft de erfpachthouder het dak en de goten van het poortgebouw behoorlijk vernieuwd. De kant aan Oud Sint-Jan en de troosteloze, aartslelijke asfaltwoestijn van de parking blijft niet om aan te zien. Ons voorstel is om van de parking een groen beeldenpark te maken met integratie van het poortgebouw.

   

Hieronder een luchtfoto van het eerste deel van het restant van de verbindingsweg. Het poortgebouw staat er nog maar zonder talud. Het Wevershof werd grotendeels gerenoveerd en bewoonbaar gemaakt door het OCMW. De brug kant Wevershof en de helling werden afgebroken. Het Wevershof kan nog steeds verlaten worden langs de achterkant waar een elegante poort de plaats heeft ingenomen van afrit en toegang verleent aan een wandelweg die grotendeels de vroegere verbindingsweg volgt. Verder is de vroegere parking nu ingenomen door garageboxen voor buurtbewoners.

De gracht rond het Begijnhof is behouden maar nogal verwaarloosd. (linksboven)

 

Voorbij de parking is er een bescheiden pleintje met een sierlijke oude pomp aangelegd recht tegenover de doorgang naar de Oostmeers (rechtsboven aan de linkse kant) (zie detail van de pomp hier onder).

 

Voorbij het pleintje met de pomp (op de foto hieronder, onderaan) loopt de verbindingsweg door maar het rechter gedeelte is ingenomen door een herverkaveling. De huizen aan die kant van de Oostmeers konden een stuk bijkopen en zo aan de tuinzijde een uitbreiding en een uitgang bekomen naar het overgebleven deel van de vroegere verbindingsweg, de zogenoemde "tuinweg".

 

Aan het einde van "tuinweg" staat een hekken dat de rest van de vroegere verbindingsweg afsluit. Die rest is totaal verwilderd en de tunnel naar de Sebrechtskliniek is onder water gelopen.

   

 

Links van de foto (links hieronder) aan de rechterkant van de Oostmeers zie je het leien dak van het Van Dammehuis (waar tot voor kort "Noord en Zuid" was gehuisvest). Daarvoor bevindt zich het huis van de tandarts Guillaume Van Houtryve. Beide gebouwen maakten vroeger deel uit van de blekerij "de Lelie" (zie foto rechts hieronder).

   

Tussen de 2 panden in loopt de verbindingsgracht tussen het Minnewater en het Capucienereitje. Op de foto onder rechts zie je de nog bestaande brug van de verbindingsweg over de verbindingsgracht. De 2 schotten van het de sluis regelen het waterniveau tussen het Minnewater en het Capucienereitje.

   

Het deel van de verbindingsgracht tussen de Oost- en Westmeers ter hoogte van het Eiland is wel onderhevig aan verval van de huizen aan de linkerkant. Hopelijk komt dat vlug weer in orde en met een groen accent die de verbindingsgracht gracht terug haar rustig uitzicht geeft.

   

Tenslotte komen we aan het einde van de oude verbindingsweg bij de vroegere Minnewaterkliniek. Onderaan de foto zie je de onder water gelopen verbindingsweg verdwijnen onder de Sebrechtsstraat om dan uit te komen achter de kliniek tussen de twee tuinvleugels. De uitgang van de tunnel is daar opgevuld wat je ziet aan de verkleuring van verharding.

Waar de die opvulling vroeger nog te zien was prijkt nu een gedicht , dat ten dele alludeert op de huidige functie: woon en zorg centrum (WZC) . het snelle vlieden van de tijd, dag na dag, tot wintertijd van het leven met zijn herinneringen aanbreekt en uiteindelijk de engel van het laatste uur het laatste vuur dooft.

De lijn van de tijd

(links)

Wennen aan het nauwe van de wet,

het snelle van de dag,

de tijd aan de lijve gaat door de baarlijke beugel,

tot elke dag verkleind in zijn getijdenen,

verwintert in zijn woorden,

(rechts)

geen mond meer halend voor het weten,

nog draagt als een rug de kleine sleet,

aan elke vinger nu een ring herinneren geschoven,

wiekent een engel het laatste uur het laatste vuur komt doven

 

     

Hierbij eindigt de geschiedenis van verbindingsweg tussen Sint-Jan hospitaal en Minnewaterkliniek, van geboorte tot sterven

 

Nota,s

1. De architect Luc Viérin

De architect Luc Viérin (1903- 1979) maakt deel uit van een familie van architecten die in Brugge een belangrijke rol hebben gespeeld. Zij vader Jozef Viérin (1872- 1949) heeft o.a. het voormalige neus-, keel- en oorkliniek en het Groeningemuseum ontworpen. Zijn zoon Piet Viérin (1935- ) heeft heel wat kunstige herstellingen op zijn actief zoals het huis « die Croone » maar ook nieuwbouw zoals het VTI langs de Begijnenvest. Het curriculum vitae van Luc Viérin nemen we over uit « Stenen herleven » onder redactie van Luc Constandt (zie onderaan deze pagina of klik hier))

2. De beeldhouwer Michiel Poppe (1883-1976)

foto in 1965

Michel Poppe, zoon van Jules Poppe, meester -steenhouwer en Leonie Caestecker, die een kruidenierswinkel uitbaatte in de Oostmeers nr 50. Michel Poppe vestigde zich aanvankelijk ook in de Oostmeers maar verhuisde in 1910 naar Sint-Andries. Hij ging in de leer o.a. bij Gustaaf Pickery (ook een bekend Brugs beeldhouwer). Tijdens zijn opleiding bij de Engelse beeldhouwer Alfred Gilbert die tussen 1903 en 1914 in Brugge werkte, maakt hij beelden voor het Provinciaal hof te Brugge. Tot 1905 trad hij in dienst van Louis Delacenserie, tijdens de bouw van het Centraal station te Antwerpen. Hij koopt een huis als atelier in de Groeningestraat nr 6 (een huis uit 1625 'De Koevoet' genaamd) In 1935 vestigde hij zich definitief in de Leopold I laan nr 38.

 

Michiel Poppe maakte verschillende beeldhouwwerken voor de stad Brugge. Van zijn hand zijn ondermeer de maquette uit 1957 van de Karolingische Sint-Donaas kerk op de Burg die thans jammer genoeg in een stadswerkplaats aan de Sint- Pieterskerklaan staat te verkommeren. Andere werken zijn het beeld van Sint-Adriaan in de gevel van de Gentpoort , de reliëfs die dagen van de week voorstellen in Sint-Amandsstraat nr 26 en in de Steenstraat 79. Vermeldenswaard is ook het H.Hartbeeld uit de Henricuskerk in Moerkerkse steenweg , gered door de Heemkunige kring Sint-Kruis

 

Hij werkte voornamelijk aan projecten buiten brugge waardoor hij in Brugge minder bekend is. Vooral na de eerste wereldoorlog maakte hij verschillende beeldhouwwerken in dienst van de restauratie in West-Vlaanderen. Daarna werkte hij vaak voor instellingen in Oostende, Hij gaf o.a. les aan de dochter van Albert Einstein

   


3. Motivatie voor de bescherming van het Poortgebpouw.

Het poortgebouw is een eenvoudige laat neogotisch constructie uit 1936 met twee torentjes aan de kant van het Oud Sint-Jan. Het werd ontworpen door de bekende Brugse architect Luc Viérin en voorzien van beeldhouwwerken van Michiel Poppe, bekend van reliëfbeeldhouwwerken in Brugse gevels.

Het Poortgebouw is vooral zeer beeldbepalend voor de straat : het is de meest gefotografeerde « poort » van Brugge. Gezien zijn geïsoleerde ligging aan de kant van de site van Oud Sint-Jan komt zijn profiel met torentjes zeer goed tot zijn recht. Dat het Poortgebouw voor de stad als zeer waardevol wordt geacht blijkt onder andere uit de volgende feiten. Bij de uitbreiding van het erfpachtcontract in 1992 wordt uitdrukkelijk gesteld dat het Poortgebouw door de erfpachthouder moet bewaard en onderhouden blijven. Bij de verlaten plannen van de nv MOH in 2008 om op de site van Oud Sint-Jan eventueel een « historisch museum » op te richten werd door de stad gesteld dat het Poortgebouw moet bewaard blijven en geïntegreerd worden.

Het is historisch interessant omdat het een uniek en kenmerkend restant is van de verbinding tussen het Oud Sint-janshospitaal en de Minnewaterkliniek. Die verbinding is een markant feit uit de geschiedenis en expansie van het Sint-janshospitaal en sterk verbonden met de persoon van Prof. Dr. J. Sebrechts.

4. Bronnen

- Bouwen door de eeuwen heen 18nb Zuid
- Brugse beeldende kunstenaars rond de eeuwwisselling door Robert De Laere
- Gids voor Oud brugge door J. Ballegeer
- Langs Brugse beelden door J. Ballegeer
- Stenen Herleven onder redactie van L.Constandt
- 800 jaar Sint-Janshospitaal door H.Lobelle en M.Goetinck
- De Brugse parochies door J.A. Rau
- Brugge in oude prentkaarten door J.A. Rau
- Beeldenbank Brugge
- Kaartenhuis Brugge
- Archief van het OCMW met de medewerking van mevr Hilde De Bruyne.
- Stadsarchief Brugge
- Archief dienst Monumentenzorg
- Sint-Janshospitaal Hilde Lobelle en Hilde De Bruyne (uitgave 1979 , OCMW) met foto's van A. De Blieck, Hugo Maertens en Jan Breyne.
- Google en Bingmaps en eigen foto's