ERFGOEDBEWAKING
Onder erfgoedbewaking verstaan wij het waakzaam zijn voor initiatieven die het onroerend erfgoed in gevaar brengen.
Onder onroerend erfgoed verstaan wij niet alleen gebouwen of delen ervan die ons door vorige generaties zijn overgeleverd maar ook het straatbeeld en het stadslandschap, inclusief groen en ook de veiligheid en leefklimaat.
De stad is een dynamisch gegeven en er worden voortdurend initiatieven genomen om de stad aan te passen aan de hedendaagse noden. Dat juichen wij toe maar die aanpassingen mogen niet gaan ten koste van de eigenheid van de stad.
De eigenheid van de binnenstad Brugge bestaat uit een karakteristiek stadsweefsel dat representatief is voor Vlaanderen en zelfs op wereldvlak.
Dit stadsweefsel wordt gekenmerkt door een stratenbeeld en architectuur dat door de eeuwen heen is ontstaan, geëvolueerd en telkens overgeleverd. De generaties voor ons hebben hun sociaal, economisch, industrieel, politiek en religieus leven daarin uitgedrukt. Dit overgeleverde stadsweefsel vertelt ons hoe dit allemaal is geëvolueerd en hoe de vorige generaties hebben geleefd. Dit is uniek en is de basis van wat de ziel van Brugge genoemd wordt. Dit is wat bewoners en bezoekers van Brugge als bijzonder ervaren.
Het bovenstaande impliceert ook dat er eigentijdse stempels gedrukt worden op het stadsweefsel, want die worden op hun beurt erfgoed. Maar het een mag het ander niet storen, mag het bestaande stadsweefsel niet kapotbreken, moet dus ingepast worden. Daarbij moet men ook bedenken dat het stadsweefsel zich niet beperkt tot de binnenstad alleen. Het eigentijdse kan ook tot uiting komen in de wijken buiten de binnenstad. De binnenstad maakt inderdaad maar een klein percentage uit van de totale stad .
Bij het afwegen van erfgoed tegenover eigentijdse invullingen, kunnen we volgende beschouwingen naar voor brengen voor de binnenstad.
Beschouwing 1
Beoordeel een stuk erfgoed of eigentijdse invulling op het vlak van “mooi of lelijk zijn” niet vooraleer een aantal andere afwegingen zijn gemaakt zoals: welk maatschappelijk, historisch of ander belang heeft dit stuk erfgoed, is het boeiend, interessant, beeldbepalend, representatief, historisch waardevol enz. of nog andere afwegingen, zoals in de volgende beschouwingen behandeld worden. “Mooi of lelijk zijn” blijft een subjectieve afweging, die uiteindelijk toch meebepalend zal en mag zijn.
Beschouwing 2
Bekijk elk stuk erfgoed of eigentijdse invulling vanuit de wijze waarop het zich in het bestaande weefsel inpast .
Wordt het schema van het huisbeeld, het straatbeeld of stadslandschap gestoord? bijv. contrasten in stijlvormen, de verhouding van de straatbreedte ten opzicht van de hoogte der gebouwen, het ritme van de daken,dakvormen, daklijsten, gevels, de vensters,…bestaande muurpartijen, tuinen, openingen,…behoud van open ruimtes enz.
Beschouwing 3
Vermijd verdere verstening van de binnenstad. Maak liever gebruik van het vrijkomen van panden met grote tuinen of van pleinen om de open ruimte te vergroten en te vergroenen. Uitbreidings- of inbreidingsverkavelingen hebben meer mogelijkheden buiten de binnenstad
Laat weer regenwater toe te infiltreren in de bodem: vermijd dus het creëren van versteende oppervlakten die geen water doorlaten.
Beschouwing 4
Vergroot de dichtheid van het bewoningsweefsel in de binnenstad niet door ondermeer hoogbouw of te kleine wooneenheden per oppervlakte eenheid, maar door beter gebruik van de bestaande panden.
Beschouwing 5
Bestaande gebouwen die hun oorspronkelijke bestemming verloren hebben, kunnen beter heringericht worden voor een andere bestemming (zonder de historische waarde te schaden), dan gesloopt of verminkt te worden. Oordeel niet te snel dat een stuk erfgoed waardeloos of te veel verminkt is. Laat eerst een ernstig onderzoek naar de historische en stadslandschappelijke waarde te gebeuren door verschillende instanties.
Bij enige waarde sloop of vermink het stuk erfgoed niet, zelfs bij geringe waarde want
erfgoed, ook het eenvoudige, dat gesloopt of verminkt wordt is voorgoed weg of verminkt. Laat leegstaande panden niet verkommeren, want er is nood aan woon- en functionele ruimte (zie beschouwing over de verdichting) maar richt ze opnieuw in. Anders wordt de verkommering het (uiteraard verkeerd) argument tot sloping.
Herinrichten is veelal minder duur dan men denkt als men de ecologische kosten in rekening brengt. Slopen creëert afval , nieuwbouw gebruikt meer energie en grondstoffen, herinrichten kan evengoed tot duurzaam ecologisch wonen leiden.
De foto hiernaast toont het trieste voorbeeld van de verdwenen Hemelsdale abdij
Beschouwing 6
Doorbreek de kleinschaligheid, de diversiteit en de gezelligheid niet van de binnenstad door grootschalige projecten of activiteiten. Grootschalige projecten zuigen verkeer aan naar de binnenstad en zorgen er voor overlast. Grootschalige projecten komen het best tot hun recht buiten de binnenstad.
Brugge is een stad op mensenmaat, organisch gegroeid. Brugge moet zich niet aanpassen aan projecten, maar de projecten moeten zich aanpassen aan Brugge.
Beschouwing 7
Brugges erfgoed mag geen decorum worden voor overdreven commercialisering: geen Walt Disney of Las Vegas toestanden. De toeristen komen niet naar Brugge om “gemolken te worden”, maar om de kwaliteit en het unieke van het erfgoed. De bewoners van Brugge willen niet wonen in een schreeuwige stad, maar in een sfeervolle stad, dynamisch door het stimuleren van kleinschalige kwaliteitszaken en waardig door het behoeden van de kwaliteit van het erfgoed.
Beschouwing 8
Brugges erfgoed moet leefbaar en veilig blijven.
De kleinschaligheid van haar straten en de aanleg ervan met kasseien (in overeenstemming met haar historisch kader) laten geen druk, zwaar of snel verkeer toe. Niet de stad moet zich aanpassen aan het verkeer, maar het verkeer aan de stad.
Beschouwing 9
Als een eigentijdse invulling of aanleg overwogen wordt dan moet die een algemeen aanvaarde en overduidelijke meerwaarde hebben voor het bestaande weefsel op alle gebied, zoals ondermeer hierboven besproken, dan het stuk erfgoed dat het vervangt of aanpast. In dit proces krijgen ook de bewoners en andere betrokkenen een ernstige en reële inspraak, waar rekening mee wordt gehouden.