In het zuidelijkste deel van het terrein net onder het Begijnhof zijn er nog twee blekerijen te bespreken. Net zoals de eerder besproken blekerijen rond het Begijnhof waren ook deze eigendom van de BBG, het Bestuur der Burgelijke Godshuizen. Het gaat om de woon-werkhuizen C969 (Oostenrijks nummer C8/77) met bleekweide C968, en woon-werkhuis C971 (C8/78) en C971bis met bleekweiden C970.
De blekerij C969 langs het Minnewater zien we reeds weergegeven op een schilderij rond 1740. Het is een zicht op het Minnewater, kijkend naar het zuiden. Rechts op de oever is de blekerij herkenbaar. Verder zien we ook de Poertoren centraal op de vesten. Links daarvan de stenen brug over het Minnewater met nog een centrale ophaalbrug, waardoor de barge nog steeds het Minnewater kon opvaren.
In de bevolkingsregisters 1790-1812 vinden we de weduwe Banckaert als eerste vermelde bewoner voor de blekerij op C8/77, Begijnhof nummer 11. De blekerij moest toen al een respectabele grootte gehad hebben, want ze werkte met 5 knechten, verdere gegevens ontbreken echter.
Jean (Johannes Petrus) Banckaert (°1774), haar zoon, trouwde in 1798 met Emerance Banckaert (°1774) die ondanks dezelfde familienaam geen directe verwante was. Zij hadden 11 kinderen: Collette (°1796), Jeanne, Jean (°1801), François (°1803), Thérèse (°1805), Pierre (°1809), Marie (°1810), Françoise (°1812), Aldegonde (°1814), Sophie (°1816) en Clémence (°1817). Er woonde ook een zus van Jean, Thérèse Banckaert (°1776) bij hen in. François Banckaert verliet het ouderlijk huis in 1829 naar C8/68.
In 1817 verhuisde Jean Banckaert naar C8/78, ook bekend als Begijnhof nummer 12. Daar woonde voordien Johannes (Jean) De Baene (°1736), vermeld als de "Bleeker Baes ". Johannes De Baene was getrouwd met Isabelle De Ras (°1743). De kinderen De Baene waren : Thérèse (°1773), Isabelle (°1775), Colette (°1783), François (°1765), Pierre (°1771) en Jacques. François werd bleker genoemd, Pierre verhuisde in 1815 naar C10/40 op de Wijngaardstraat, niet echt een plaats voor een blekerij, en Jacques verhuisde naar de Lange Rei.
Jean De Baene en Jean Banckaert hadden blijkbaar in 1817 een akkoord gesloten dat Jean Banckaert de blekerij van Jean de Baene (C971 of C8/78) langs de Koegatweg overnam. Het huis C8/77 (C969, Begijnhof nummer 11 langs het Minnewater) werd afgebroken en kwam al niet meer voor op de kadasterkaart van 1831. De blekerij C8/77 werd dus blijkbaar opgeslorpt door de blekerij C8/78.
Jean Banckaert verliet C8/78 in 1839. Johannes Isselé (°1809) nam de blekerij in 1845 over. Het huisnummer langs de Koegatstraat was nu Begijnhof nummer 21 geworden. Hij was de zoon van Franciscus Isselé en Maria Theresia Blomme. De familie Isselé kwam uit Blankenberge en was vooral tewerkgesteld van vader op zoon als hovenier. Dat verklaart ook enkele latere strubbelingen met het Bestuur de Burgerlijke Godshuizen (BBG). Hij trouwde in 1840 met Theresia Brunona Sola. Theresia is bleekster en komt uit een welgestelde bankiersfamilie. Bij haar geboorte waren Charles Sola en Joseph Sola getuigen, beide bleker, wat toont dat de familie reeds banden had in dat milieu.
Hun kinderen waren Thérèse (°1841), Elisabeth (°1843), Pieter (°1846) en Leontine (°1853). Een telg van de familie Isselé vinden we terug op de blekerslijst uit 1880. Joannes Isselé verliet C8/78 in 1859 om terug naar Blankenberge te gaan. Nakomelingen zetten de blekersstiel voort aan de Langerei.
De blekerij bleef niet lang leeg. Nog in 1859 kwam de familie De Scheemaker uit Ingelmunster er wonen. Henri De Scheemaeker (°1838) was linnenbleker. Anna De Scheemaeker (°1820) was naaister terwijl Mary (°1833) linnenblekerin was, beide bleven ongehuwd. Maar in 1861 hielden zij het voor bekeken en verhuisden naar de blekerij in de Arsenaalstraat C11/54.
Vorige pagina --- Volgende pagina
Klik hier voor de overige pagina's:
