Erfgoedforum Brugge
Erfgoedforum Brugge
ERFGOEDFORUM
BRUGGE VZW
Menu Start VZW Navigatie Contact Lidmaatschap Suggesties Links
U bevindt zich hier: Start / Erfgoedbeschrijving / De Blekerijen C10

De gezusters Bekemans

Het BBG bevestigde rond 1895 dat de gezusters Ida en Aline Bekemans nu het domein in pacht hadden volgens de onderhandse pachtakte van februari 1892 met hun vader Jacques en met Louis Pick als borgsteller. Louis Pick was dan steenhouwer en woonde in de Katelijnestraat 139. De pacht gold voor 9 jaar startende op 1 januari 1892 voor 600 Frank/jaar. De pacht was verminderd vanwege de afname van de pachtgrond. Het pachtdomein omvatte de percelen C972d, C973f, C999d, C999h en C1000d, groot 98a 95c. Het adres van de blekerij was dan Oostmeers 87.

In 1898 was er een officiële pachtoverdracht van de blekerij van Jacques naar de dochters Ida en Aline Bekemans. In het jaar 1898 vroegen ze een bouwvergunning voor het installeren van een stoomgenerator en stoommotor. Dan is er ook een hoge schoorsteen gebouwd. In 1898 verklaarden de gezusters Ida en Aline dat zij de stoommachine hadden geïnstalleerd in een van de "dependenties" van hun woning.

In 1899 werd een notariële akte getekend waarbij Ida en Aline Bekemans de blekerij pachten voor 9 jaar van 1 januari 1900 tot einde 1908 voor 750 Frank/jaar. Het pachtgoed werd omschreven als sectie C972d, C973f, C999d, C999h en C1000d, groot 98a 95c op het adres Oostmeers 87.

Ida Bekemans bekloeg zich in een brief aan het BBG ergens vóór 1902 dat de kwalitatieve toestand in het hoofdhuis (corps de logis) niet langer houdbaar was. Ze herinnerde het BBG aan reeds vroegere meldingen daaromtrent. Door de ophogingen van de Gasthuisstraat kwam het hoofdhuis te liggen op een soort verlaagd niveau (bas-fond) ten opzichte van de straat van tenminste 1,5 m. Als gevolg daarvan drong salpeterhoudend vocht in de muren die zwart uitsloegen. De trappen van zolder tot gelijkvloers waren zwaar vervallen (delabré). Ze wilde de zaak zelf aanpakken en vroeg daarvoor de toelating en een subsidie in de kosten van 350 Frank. Ze voegde er een schetsje bij van het grondplan van het gelijkvloers van het hoofdgebouw. Het plannetje geeft min of meer de toestand weer na de aanpassingen in 1886. Ze bekwam de toelating en de gevraagde subsidie

Blekerij 99

Rechts bovenaan bevond zich de strijkkamer en daaronder was er een open ruimte. Links bovenaan de "kabinetten", en verder de spreekkamer, eetkamer en corridor. Rechts onderaan de veranda tot aan de gang.

In 1902 diende ze een bouwaanvraag in voor het verplaatsen van de voordeur van het bijgebouw naar het hoofdgebouw, zoals het er actueel nog te zien is. Links op het plan hieronder de bestaande toestand, rechts de nieuwe. De vergunningsaanvraag was wellicht gekoppeld aan de niet vergunningsplichtige wijzigingen aan het interieur, waarvan hierboven sprake is.

Blekerij 100

Wat wel opvalt is dat er geen bouwaanvraag bestaat voor het huis zelf en niet voor het bijhuis en aanhorigheden. Op de kadasterkaart van 1811 was er al een woonhuis en bijhuis getekend. Volgens de mensen in het Brugs stadsarchief zou dit betekenen dat het huis er al was voor 1800 want er zijn geen bouwplannen gespaard van gewone huizen in die tijd. Het feit dat er voor 1902 geen bouwaanvragen zijn te vinden betekent dit dat ofwel die plannen nog ergens moeten opduiken als ze na 1830 gebouwd zijn (in het Begijnhof archief bijvoorbeeld, want die bleekterreinen waren in die tijd eigendom van het bestuur der burgelijke Godshuizen BBG), ofwel werd het huis niet beschouwd aanpalend aan de straat en dus niet vergunningsplichtig, want uiteindelijk: er lag nog een stadsgracht voor het huis in de Oostmeers en de ingang was aan de binnenkant van het Begijnhof terrein. Dat is ook de reden waarom er weinig vensters zijn aan de straatkant.

Ofwel bestonden die huizen al vóór 1830 en is er niets noemenswaardig veranderd waarvoor een vergunning nodig was. Men liet het blijkbaar aan het BBG om te beslissen over bouwaanpassingen aan die pachthuizen. Er werd in de pachtakten telkens gestipuleerd dat er geen wijzigingen aan de bezittingen mochten gebeuren zonder de toelating van het BBG. Kleine wijzigingen die in detail werden opgesomd mochten wel gebeuren maar op kosten van de pachters. Voor grote wijzigingen waren ze blijkbaar heel streng. Zelfs het wijzigen van de bestemming van de bleekweiden bijvoorbeeld naar landbouw ("garzingen, het scheuren van de gronden") was aanleiding tot het onmiddellijk verbreken van het pachtcontract, wat ook gebeurde met de andere blekerij ten zuiden van het Begijnhof (Zie verder).

In 1907 werd de pacht voor Ida en Aline Bekemans verlengd voor 9 jaar per notariële akte, ingaand op 1 januari 1908 tot en met 1917 voor 800 Frank/jaar. De beschrijving van het pachtgoed blijft dezelfde behalve C972, dit werd nu C972e en C972f. Het adres is nu Oostmeers 97. In 1909 lieten ze echter weten dat zij de pacht zouden willen overlaten aan Maurits, de zoon van Pieter De Wispelaere (°1839), de beeldhouwer-kunstenaar. Maurits echter is bleker, die een 9 jarige pacht van de "doeninge Bekemans" wel ziet zitten. In 1910 is er een pachtoverdracht van de gezusters Bekemans naar Maurits De Wispelaere.

Ida overleed ongehuwd in 1929 op 74-jarige leeftijd. Ze woonde toen in de Maagdenstraat 104 samen met Adeline. In 1930 werd er een openbare veiling gehouden in de Maagdenstraat. Daar woonde ook broer Ludovicus die priester was. Ludovicus en Carolus die beide priester waren geworden, waren rond de eeuwwisseling naar het Heilig Land geweest en werden bij hun terugkeer uitbundig gevierd in de blekerij Bekemans. Adeline stierf in 1930, eveneens ongehuwd op 63-jarige leeftijd in de Molenmeers A20.

U bevindt zich hier: Start / Erfgoedbeschrijving / De Blekerijen C10

Vorige pagina --- Volgende pagina

Klik hier voor de overige pagina's:

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18