Door de aanleg van een derde spoor op de spoorweg Zeebrugge-Gent moest de Waggelwaterspoorwegbrug over de Oostendse Vaart verbreed worden. Om schepen met een grotere tonnenmaat toe te laten moest ook het wegdek verhoogd worden. De oude spoorwegbrug met zijn sierlijke bruggenhoofden is een iconisch stuk erfgoed uit het begin van de twintigste eeuw. Het mag niet zomaar gesloopt worden. De vzw Erfgoedforum diende een Beschermingsaanvraag in voor de spoorwegbrug aan het Waggelwater (07.12.2009)
De spoorwegbrug over de Oostendse vaart aan het Waggelwater maakt deel uit van de spoorverbinding tussen Brugge en de Oostkust. Het bevindt zich aan het einde van de Houtkaai aan de kant Kristus–Koning en langs de Steenkaai aan de kant Sint-Pieters. Gezien de ligging in de nabijheid van het Waggelwater wordt de spoorwegbrug ook de Waggelwaterbrug genoemd. Deze brug is vooral belangrijk omwille van zijn symboliek in de geschiedenis van de spoorweg- en waterwegverbinding met de kusthavens en omwille van het beeldbepalende karakter voor de buurt (zie situeringplannen).
De spoorwegbrug ligt op een kruispunt van voor Brugge en Vlaanderen geschiedeniskundig belangrijke verbindingen met de kust. Het slaat ook een symbolische brug naar de geschiedenis van deze verbindingen en van deze buurt. Daarom gaan we hier wat dieper in op die geschiedenis ervan.
De oude Waggelwaterbrug is oranje omrand
De Oostendse vaart is uitgediept in de bedding van de Ieperleet. De Ieperleet ontspringt aan de Kemmelberg, dwarst Ieper en liep in de middeleeuwen door het kustgebied naar Brugge. Ze mondde toen uit enerzijds in het Oostendse krekengebied en anderzijds in het Zwingebied. Ze werd al vroeg gekanaliseerd: vandaar de naam Leet. In de 12de eeuw lag ter hoogte van de huidige spoorwegbrug al een brug over de Ieperleet, die de Tempeliers gebruikten voor hun verbinding met Brugge. De Tempeliers hadden een commanderij die toebehoorde aan de commanderij van Slijpe, langs de huidige Steenkaai. De naam van deze commanderij leeft nog door in de naam "Tempelhof" dat nog op latere kaarten voorkomt, bijv. een kaart uit 1831 en in de naam van een straat in de wijk Sint-Pieters.
In Brugge bezaten de Tempeliers een drietal huizen, waarvan een refugehuis opgericht in 1202 (in de Westmeers?). In 1275 wordt de brug vermeld als een vaste hoge houten brug tussen Scheepsdalebrug en Hanebeckxbrugge (Sint-Andries). De naam "Hooghe brugge" komt nog voor op latere kaarten, bijvoorbeeld op die van Pieter Pourbus uit 1571.
Klik hier voor de overige pagina's: