Onmiddellijk na de 2de Wereldoorlog werd de Germana ook gebruikt door militairen. Het volgende relaas is een ooggetuigenverslag van een buurtbewoonster, die getuigt over een ontsnapping van drie Canadese militairen uit het toenmalige patronaat.
Iedereen kent wellicht de bibliotheek van Lode Zielens. In het jaar '44 was de oorlog voor ons al gedaan, want Brugge werd bevrijd op 12 september 1944. Maar de oorlog was pas volledig ten einde in mei '45. Ik woonde hier in de Oostmeers recht tegenover "het moederhuis", dus tussen 2 grote gebouwen: het "moederhuis" en wat nu de "bibliotheek" is. In feite was in die tijd de bibliotheek een patronaat van vrouwen; "oude jonge dochters" zeiden ze vroeger.
Wel, in '44 lagen er hier gestrafte soldaten; soldaten die niet meer wilden vechten. Mijn papa zei dan ook altijd: "Als jullie weggaan, de achterdeur toedoen! Want ik betrouw dat niet hé". Nu is er een mooi aangelegd hofje in de St.-Obrechtsstraat, dat onderhouden wordt door de groendienst. Maar toen was dat er nog niet. Als je binnenkomt in de St.-Obrechtsstraat zijn er 2 huisjes - en die zijn er nog - en verder was er een blinde muur tot aan de Westmeers. Dus het was een gesloten binnenplaats toendertijd.
Nu, op een zondagnamiddag was het zeer mooi weer. Van die hondsdagen, zoals we zeggen. Mijn vader, mijn moeder en ikzelf waren op stap geweest. We kwamen thuis rond etensuur. Plots, halverwege zijn boterham - ik zie het nog voor me - keek mijn vader door het venster. "Wat is er?" vroeg ik hem nog. "Daar zie! Eén..., twee..., drie... 'k Heb het altijd al gezegd. De achterdeur toe hé. En we doen niet open!"
We waren een beetje gespannen. Jawel, ze kwamen over de muur gekropen. Bij Nanietjie klopten ze op de deur... maar ze waren niet thuis. Ernaast bij Marietje, klop klop op de deur... niemand thuis. Ze geraakten al tot aan de hoek bij Lowisky – daar reeds aan de Oostmeers hé. We hielden ons hart vast, ze waren bijna tot aan onze deur. We hielden haast onze adem in. Bij onze gebuur... niemand thuis. Nu was het onze toer. Ze klommen over onze muur. In onze achterdeur was er een ruitje. We hoorden ze wrikkelen aan de deurklink. We zagen ze daarna klimmen op de steenput – een overblijfsel van in het vroegere beluik met gemeenschappelijke open grasplein. De muur over en ze kwamen bij onze andere geburen.
Daar waren ze. Onze gebuur riep nog "Een beetje kalm hé!", toen ze langs de achterdeur binnenliepen. Er was daar immers een meisje van 5 aan het rondlopen. Het andere kleintje lag op een dekentje zijn fles te drinken. Ze liepen door het huis tot aan de voordeur. Daar hielden ze halt op zeggen van de hoofdman van het drietal. Hij wist af van de wacht die permanent rond de blok Westmeers, Koolbranderstraat, Oostmeers en St.Obrechtsstraat patrouilleerde. Dag en nacht hé, altijd maar diezelfde toer! Ze bleven op de uitkijk tot de wacht er niet meer was. "Okay" zeiden ze en weg waren ze.
De vluchtelingen zijn nooit niet ver geraakt. Weet je waar ze naartoe waren gegaan? Naar de Ankerplaats een pintje gaan drinken... en 's nachts waren ze teruggekeerd. Ver zouden deze Canadese soldaten toch niet geraken, hé.
Na de 2de Wereldoorlog ging de patronaat- en congregatiewerking teloor. In 1973 werd de Germana verkocht aan de stad die er de bibliotheek "Lode Zielens" inrichtte. Direct werd begonnen met de afbraak van de muur waarover de ontsnapte oorlogsmoede Canadezen uit het verhaal ontsnapten. We hebben ons laten vertellen dat er toen wel glasscherven in de bovenkant van de muur waren ingemetseld. Alleen de tussenmuur met de pastorij bleef staan. Zo ontstond een stemmig pleintje in het eens zo nauw straatje.
De bibliotheek op de gelijkvloers. De verdieping met de voormalige kapel was toen al niet meer in gebruik.
Stad Brugge heeft besloten om de bibliotheek "Lode Zielens" vanaf 1 december 2022 te sluiten voor het publiek. Het neogotisch congregatiegebouw zal nu dienstdoen als tijdelijk depot voor magazijncollecties uit de hoofdbibliotheek Biekorf. Het Erfgoedforum Brugge hoopt dat de stad het gebouw met de nodige zorg blijft onderhouden.
Lode Zielens groeide op in een armoedige arbeidersbuurt in Antwerpen. Hij bezocht de nijverheidsschool en was daarna winkelbediende en havenarbeider. Bij de volksgazet kon hij beginnen als redacteur en journalist. Hij publiceerde realistische sociale romans en behoort daardoor tot de vernieuwers van de Vlaamse literatuur. Zijn beroemdste en in 1933 bekroonde roman is "Moeder, waarom leven wij?" Zielens kwam in 1944 kort na de bevrijding om het leven door een Duitse V2-bom bij een bombardement op Antwerpen.
Bronnen:
Klik hier voor de overige pagina's: