Het bleek dat de drassige en laaggelegen Brugse weidegronden ideaal waren voor het bleken. Die gronden zijn gemakkelijk terug te vinden op de oude kaarten: de gronden aan de Meersen en Begijnhof, aan het Minnewater (de Arsenaalstraat), aan de Boeveriestraat, aan het einde van de Langerei, de Kalvariebergstraat en de Peterseliestraat.
Na de Franse bezetting en de modernisering van de textielwerkzaamheden begin 19de eeuw begonnen de lijnwaadweverijen zelf te bleken met chemische middelen (chloor) in plaats van water en zon. Maar niets is zo slim als een mens en onze blekers begonnen na 1820 het witgoed van de burgers te bleken. Het wassen was daar nog niet bij, want het gebleekt witgoed werd nat en wel terugbezorgd aan de klanten. Bernardus Derudder in de Peterseliestraat (van de blekersfamilie die we later nog zullen vermelden) was een van de eersten om het linnen van burgers te bleken. Maar burgers zijn veeleisend en begonnen ook te vragen om hun linnengoed gewassen, gedroogd en gestreken terug te bezorgen. De blekerijen werden uiteindelijk wasserij-blekerijen.
De meeste blekerfamilies waren in de beginne althans eenvoudige burgers van de Brugse stad. Maar het merendeel zou zich opwerken bij de modernisering van het bleken en het wassen, en hebben zo mee de geschiedenis van Brugge verwezenlijkt. De volgende bladzijden zullen we concentreren op de blekerijen in het zuiden van Brugge in de 19de en 20ste eeuw.
De strijkerszaal van Bekemans rond 1912.
In de pagina's die volgen zullen we voortdurend verwijzen naar stadsdelen, kadasters, perceelnummers, huisnummers en dergelijke meer. Om dat allemaal wat te verduidelijken is ook hier wat extra uitleg nodig.
Om de kadasterplannen en huisnummers te begrijpen is enige kennis nodig van adresseringssystemen van de huizen (in het bevolkinsregister) en de nummering van de eigendommen (in de kadasterregisters).
De stad was vroeger bestuurlijk ingedeeld in zes secties of zestendelen:
De zestendelen aangeduid op een kaart van de 18de eeuw.
Het noorden ligt links.
Per zestendeel werd een reeks registers opgemaakt waarin elk huis één startpagina kreeg. Het oud kadasternummer verwijst naar deze pagina of folio. Bijvoorbeeld JAN/0245 is het huis in het Sint-Janszestendeel op pagina 245. Of iets concreter, Oostmeers 105 wordt OLV/0605, of folio 605 in het Onze-Lieve-Vrouwzestendeel.
In 1790 werden de Oostenrijkse huisnummers ingevoerd. Dit was de eerste nummering van huizen in Brugge. Dit gebeurde toen niet per straat maar per wijk. Een huisnummer bestond toen uit een sectieletter, een wijknummer en een huisnummer. Bv. B7/24 is het 24ste huis binnen de 7de wijk van de sectie B. Deze Oostenrijkse huisnummers waren tot 1866 in gebruik en staan vermeld op het kadastraal plan van Popp uit 1865. Voorbeeld: Oostmeers 107 wordt dan C8/39 of Zestendeel C (Onze-Lieve-Vrouw), wijk 8, huisnummer 39.
De wijken die we zullen tegenkomen zijn allen gelegen in het Onze-Lieve-Vrouw zestendeel:
Het hedendaags kadaster werd opgestart in 1835. Het bestaat uit de sectieletter en een volgnummer. Bijvoorbeeld Oostmeers 107 wordt dan C972. Dit is dus nog ons huidig systeem, zij het dat bij verkavelingen en dergelijke een kenletter werd bijgevoegd: C972b. Ook onbebouwde terreinen kregen een kadasternummer. Bijvoorbeeld C973 was de bleekweide die gebruikt werd door de bleker in C972. Merk op dat een namenregister met het kadasternummer verwijst naar de eigenaar en niet naar de huurder of pachter. Het bevolkingsregister met huisnummer verwijst naar de bewoner in een bepaalde periode. Bijvoorbeeld de bleekweide C973 is eigendom van het begijnhof maar werd gepacht door Ida en Alinda Bekemans, die de Oostmeers 107 bewoonden in het begin van de 20ste eeuw.
Het huidig adres met straat en huisnummer werd in 1866 ingevoerd. Bedenk wel dat de huisnummers regelmatig werden aangepast aan bijgekomen of weggevallen huizen, straten of straatbenamingen. Bijvoorbeeld de Dokter Joseph Sebrechtsstraat was daarvoor de Gasthuisstraat en daarvoor met een iets andere ligging de Koegatstraat. Om het nog compexer te maken: onder de Franse bezetting kregen de straten een andere naam en de huizen een ander nummer. Bijvoorbeeld de Oostmeers kreeg de naam "Grande rue du marais" en de Koegatstraat werd de "Passage du Béguinage".
Vorige pagina --- Volgende pagina
Klik hier voor de overige pagina's: