In het Brugsch Handelsblad van 26 maart 2010 verschenen een aantal artikels over het bezoek van de UNESCO met nogal wat misvattingen.
Het initiatief om de UNESCO te contacteren werd genomen door verschillende verenigingen. Zowel de vzw Marcus Gerards met voorzitter Andries Vanden Abeele als de vzw Erfgoedforum Brugge hebben een brief geschreven. Deze verenigingen en de vzw Bethunianum werden gehoord door de UNESCO in Brugge. Anderen sloten zich ook aan.
De bedoeling van het initiatief is uiteraard niet om Brugge de titel van Werelderfgoedstad te laten ontnemen maar juist wel om die titel te behouden. Die titel brengt verplichtingen met zich mee, die de stad in acht moet nemen. Als het stadsbestuur overtuigd was dat het erfgoed goed beschermd is, dan hoefde ze de evaluatie van de UNESCO niet te vrezen. Indien dat niet zo is dan kunnen de aanbevelingen van de UNESCO de stad helpen om die titel te behouden.
Uitspraken over nestbevuiling of over ongehoorde protestbrieven zijn duidelijk onterecht. De erfgoedverenigingen vinden immers dat er een ontwikkeling op gang is gebracht die het Brugs erfgoed in gevaar brengt. Het stadsbestuur neemt onvoldoende afstand van de bouwpromotoren en doet te weinig om de verminking van ons erfgoed te vermijden.
Het stadsbestuur vindt (we citeren) "de titel werelderfgoedstad en het erfgoed belangrijk, vooral dan in functie van het toerisme". We zijn niet tegen toerisme maar door toerisme als dominante factor naar voor te schuiven, verglijden we naar kitsch en overcommercialisering. De stad wordt een Walt Disney-achtig decor voor het toerisme en aanverwante activiteiten o.a. door de ongebreidelde groei van de terrassen en podia, de bouw van trapgeveltjes en andere nepconstructies. Er wordt gesteld dat "onze horeca leeft dank zij ons patrimonium". De horeca heeft er dus alle belang bij dit patrimonium in ere te houden.
De Brugse binnenstad verkreeg zijn titel als werelderfgoedstad vooral (vrij vertaald uit het evaluatiedocument van UNESCO uit 1999) omwille van: "de conservatie van zijn historisch middeleeuws weefsel en de stedelijke structuur als een geheel met zijn kleinschalige huizen en zijn historische religieuze en publieke gebouwen". Brugge is "de levendige getuigenis van een architecturaal geheel waar gedurende een lange periode verschillende invloeden de ontwikkeling van de architectuur hebben bepaald en in het bijzonder waar de oorspronkelijke gotische bouw in baksteen werd bewaard en gerevitaliseerd zodanig dat het de identiteit uitmaakt van de stad".
Het gotische en neogotische karakter van Brugge leidt sommigen ertoe te denken dat we eeuwig "trapgeveltjes" moeten bouwen of dat geen steen meer kan verlegd worden. Niets is minder waar, zoals blijkt uit bovenstaand citaat. Er zijn ook veel gebouwen in andere stijlen. De hierboven vermelde Brugse identiteit bestaat echter wel degelijk en maakt dat Brugge Brugge is. Maar juist dit architecturale geheel en unieke karakter dreigt Brugge te verliezen.
Dit was een uitspraak tijdens het colloquium over modern bouwen in Brugge in het Europacollege op 16.09.2008
Nieuwbouw in de binnenstad is alleen mogelijk door afbraak van oudere gebouwen of het opvullen van de open ruimtes. Die schaarse open ruimtes opvullen noch de mooie kloostertuinen herbestemmen voor woningbouw is een optie. Met de oude gebouwen moet men omzichtig omspringen, want afbreken is onherroepelijk, herbestemmen moet de eerste keuze zijn (Klooster der Rode Nonnen, Militair Hospitaal,...). Laten verkommeren is eveneens onaanvaardbaar. De stad moet renovatie of bewarende maatregelen afdwingen van de eigenaars (bijv. De Singel, Theresiaklooster, Sint-Magdalena kapel,...).
De Brugse geschiedenis stopt natuurlijk niet met de erkenning van Brugge als werelderfgoedstad, maar ze stopt ook niet aan de grenzen van de omwalling van 1297. Eigentijdse architectuur heeft ook meer en veelal betere mogelijkheden buiten de binnenstad. Als na ernstige evaluatie toch besloten wordt oude gebouwen af te breken, moet eigentijdse geïnspireerde architectuur in de plaats komen, met eerbied voor de omgeving. Het is jammer dat meestal eerder ordinaire constructies, steeds hoger en volumineuzer, hun plaats innemen.
Door de erfgoedverenigingen werd actie gevoerd of bescherming aangevraagd voor een aantal waardevolle gebouwen en stadsgezichten zoals het klooster der Rode Nonnen, de neogotische gebouwen en het park van de site Oud Sint-Jan, het Militair Hospitaal, de viaduct aan de Zonnekemeers, het oud Justitiehuis, of de huizenrij Sint-Idesbald aan de Potterierei.
Het aanpassen aan hedendaagse normen heeft beperkingen maar moet kunnen door creatieve oplossingen met eerbied voor het erfgoed. Het mag geen excuus zijn voor afbraak. Het woningbeleid mag de diversiteit van de stadsfuncties niet verengen (bijv. door het weren van kantoren, buurtwinkels en scholen uit de binnenstad). Het stadsweefsel van de binnenstad is niet geschikt voor constructies die zwaar of intensief verkeer aanzuigen zoals rotatieparkings.
We vragen dat het stadsbestuur het erfgoed voldoende beschermt. De stad verwierf recent een grotere autonomie inzake bouwvergunningen. Dat mag er niet toe leiden dat erfgoedgevoelige bouwdossiers minder grondig of helemaal niet meer onderzocht worden.
De UNESCO stelt dat "de bevoegde autoriteiten het door haar erkend erfgoed moeten beschermen met alle adequate legale middelen". Er zijn een aantal monumenten in Brugge beschermd, maar de Brugse binnenstad in zijn geheel als stadsgezicht is dat nog niet. Nochtans bestaat de wetgeving voor een dergelijke bescherming.
Daarom dringen wij aan om de procedure op te starten om de ganse binnenstad als stadsgezicht te beschermen. Dit betekent niet dat niets meer kan veranderen, maar wel dat de stad en de betrokken diensten verplicht zijn een grondig onderzoek te doen en advies te vragen aan de erfgoeddiensten van het Vlaamse Gewest.
VZW Brugge Die Scone, VZW Erfgoedforum Brugge, VZW Marcus Gerards, Groep Katelijnestraat-Visspaanstraat, VZW Bethunianum.