Eind 2012 verspreidde de Erfgoedkoepel een oproep om het erfgoed van de historische binnenstad beter te beschermen en het stadscentrum leefbaar te houden voor de Bruggelingen. Hoewel er sindsdien een aantal positieve ontwikkelingen waren, worden de erfgoedwaarde en leefbaarheid van de stad nog steeds bedreigd. Dit maakte het noodzakelijk om de situatie opnieuw te evalueren en het 10-puntenprogramma te actualiseren. Hier volgen de oorspronkelijke programmapunten aangevuld met nieuwe vaststellingen en aanbevelingen (in cursief afgedrukt).
De Bruggelingen zijn fier op hun "Brugge die Scone". Neem de erkenning van de stad als werelderfgoed ernstig en volg de aanbevelingen van de Unesco. Bescherm de ganse historische binnenstad als stadsgezicht. Dit houdt geen "bevriezing" van de stad in en laat toe om de fouten uit het verleden te herstellen. Bescherm ook nog meer bouwkundig erfgoed als monument en houd rekening met de bufferzones (50 meter). Heb ook aandacht voor waardevolle interieurs. Dit zijn de enige probate middelen om het unieke karakter van onze stad te bewaren voor de volgende generaties. Brugge zou de Vlaamse modelstad moeten zijn op het gebied van erfgoedbeleid.
Met het "Thematisch RUP Stadslandschap" en de bescherming als stadsgezicht van bepaalde poortstraten, pleinen, reien en vestingen is gedeeltelijk tegemoet gekomen aan de aanbevelingen van de Unesco. Deze belangrijke inspanningen om de stad beter te beschermen mogen echter niet stopgezet worden. Het gevaar voor de geleidelijke erosie van de erfgoedwaarde van de binnenstad waar de Unesco herhaaldelijk op wees is nog niet verdwenen. Herstel de bufferzones van 50 meter rond de beschermde gebouwen die geldig waren voor het instellen van een openbaar onderzoek. Ga door met de bescherming van de ganse historische binnenstad als stadsgezicht. Hoognodig is tevens de uitbreiding en tijdige afhandeling van de beschermingsaanvragen van waardevolle panden als monument, ook die door particulieren aangevraagd werden.
Het nieuw erfgoeddecreet en de omgevingsvergunning zullen niet tot een verbetering van de situatie leiden. De beschermingmaatregelen zijn immers niet versterkt maar integendeel uitgehold. Bovendien werden de mogelijkheden van de burgers en Erfgoedverenigingen om bezwaar in te dienen en in beroep te gaan ingeperkt en bemoeilijkt. De verschillende Erfgoeddiensten slagen er niet in om bouwmisdrijven te verhinderen en te sanctioneren. Er worden terechte voorwaarden gesteld bij het toekennen van een bouwvergunning maar er is geen stelselmatige en tijdige opvolging om te controleren of die voorwaarden daadwerkelijk vervuld worden.
Zonder een decretale regeling die beter aan de eisen van een historische stad en à fortiori van een Werelderfgoedstad aangepast is en zonder meer doeltreffend optredende Erfgoeddiensten zal het onmogelijk zijn om de erfgoedwaarde van de stad afdoend te beschermen. De Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement blijken dit niet te beseffen. Het Vlaams erfgoedbeleid faalt.
Niet alleen de waardevolle interieurs maar ook de oude achtergevels, kelders, keldergewelven, moer- en kinderbalken en dakgebinten dienen beter beschermd te worden. Dit sluit niet uit dat de woningen aan de huidige eisen van comfort aangepast worden. Indien verbouwingen met respect voor de erfgoedelementen gebeuren betekent dit een meerwaarde voor de panden. Van een "stolp boven de stad" die alle vernieuwing belet is geen sprake.
Er mogen echter geen slopingsvergunningen toegekend worden zonder dat duidelijk is dat er een waardevol en aan zijn omgeving aangepast gebouw in de plaats komt. Om bouwmisdrijven te beletten en leegstand, verwaarlozing en verkrotting te verhinderen blijkt een versterking van de Erfgoeddiensten noodzakelijk. Pas de regelgeving en stedelijke bouwvoorschriften strikt toe, ook voor projectontwikkelaars. Versterk de controles en stop de straffeloosheid bij bouwmisdrijven. Aarzel niet om juridische stappen te zetten.
Vooral in bepaalde delen van de stad nemen de leegstand, verwaarlozing en verkrotting toe. Zelfs overheidsgebouwen blijven langdurig leeg en tonen sporen van verval. Start een programma voor de aankoop of onteigening en herstelling van de "kankerplekken" in het stedelijk weefsel, dit eventueel in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappijen. De aanpak van de Stichting Marcus Gerards eind jaren 1960 en begin jaren 1970 kan als voorbeeld dienen.
De leegstand van kloosters, kerken en kantoorgebouwen wordt een ernstig probleem. Het zal niet gemakkelijk zijn om een waardige bestemming te vinden die eerbied heeft voor het erfgoed. De monumentale kerken moeten opengehouden worden en dit ook voor de eredienst. De Stad dient strenger op te treden tegen leegstand, verwaarlozing en verkrotting. Ook moeten het kraken en de dikwijls ermee gepaard gaande brandstichtingen belet worden.
Voor drie jarenlang verwaarloosde belangrijke historische sites is nu een oplossing in zicht. Het herenhuis Hôtel d’Hanins de Moerkerke, de Magdalenakapel en -gasthuis en het Theresianenklooster (de Weylerkazerne) zullen met veel overheidsgeld gerestaureerd worden. Dat bij dergelijke projecten te zware toegevingen op erfgoedgebied afgewongen en aanvaard worden is ontoelaatbaar.
(°) De Erfgoedkoepel is een samenwerkingsverband van Brugse erfgoed- en milieuverenigingen. Maken er o.a. deel van uit: Marcus Gerards vzw, Brugge die Scone vzw, S.O.S. voor een leefbaar Brugge, Actiegroep Rode Nonnen en Erfgoedforum Brugge vzw
Klik hier voor de overige pagina's: