Zonnepanelen installeren is bon-ton. Het betekent een besparing op de energiefactuur en het wordt aangemoedigd vanuit de overheid om ze te installeren vanuit milieuoverwegingen. Vanwege de UNESCO erkenning van de Brugse binnenstad en de bijhorende bufferzone rondom het historische centrum zijn er echter belangrijke beperkingen op een dergelijke installatie.
Installeren van zonnepanelen wordt gereguleerd door art. 6 en art. 24 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van de stad.
De motivatie voor die reglementering is dat de stad zich geëngageerd heeft om te voldoen aan de voorwaarden van een werelderfgoedstad. Die voorwaarden zijn in grote lijnen vastgelegd in de 7 richtlijnen voor een uitstekende universele erfgoedwaarde. Zie ook onze pagina die dit opsomt : "Outstanding Universal Value, OUV".
Het college van burgemeester en schepenen (CBS) heeft op 19 april 2022 een principenota opgesteld om een beoordelingskader te omschrijven voor art. 24 §2. De bedoeling is de mogelijkheid te versoepelen om zonnepanelen te installeren. We verwijzen naar de website van de stad Brugge voor een volledige beschrijving van die nota onder referentie 2022_CBS-01263.
Na enkele maanden ondervinding met de toepassing van die nota bij omgevingsvergunningen hebben we de volgende bemerkingen. Deze bemerkingen werden ook in een eerder stadium en versie doorgestuurd aan de stadsdienst Monumentenzorg en Erfgoed.
Art 24 §2 prevaleert als verordening nog altijd boven de nota.
Als een installatie van zonnepanelen/zonnecollectors op een dak zichtbaar is vanaf het openbaar domein maar als de visuele impact ervan de OUV niet stoort is het terecht dat een installatie toch toegelaten wordt.
De indeling in verschillende dakvlakken (voordakvlak, acherdekvlak, zijdakvlak,... ) is echter niet zinvol. De kans om zichtbaar te zijn vanaf een voordakvlak zal groter zijn dan vanaf een achterdakvlak. Maar voor beide dakvlakken zou het criterium moeten zijn dat als de visuele impact van de zichtbaarheid de OUV stoort, dan mag de installatie niet toegestaan worden, ongeacht van welk dakvlak ook.
Er zijn al installaties geweest die zichtbaar waren van het achterdakvlak en storend waren volgens de OUV en die toch toegelaten werden. Dit komt doordat het CBS ervan uitgaat dat installaties op het achterdakvlak niet storend zijn en dus niet moeten onderzocht worden, wat duidelijk niet juist is.
Een van de redenen voor de versoepeling is dat de stad een inhaalbeweging in het kader van de klimaatmaatregelen moet maken. Dat is terecht, echter het aantal storende installaties op een achterdakvlak is zeer, zeer gering en het weigeren van een dergelijke installatie heeft hoegenaamd geen effect op een inhaalbeweging. Er zijn bovendien alternatieven mogelijk.
Een van de uitgangspunten en motivering van de nota van het CBS (p1) is positief: Het bewaken van de beeldkwaliteit van het algemeen stadsbeeld en dakenlandschap in de lijn van het UNESCO label (OUV) en in het bijzonder van de belevingswaarde vanuit erfgoedstandpunt.
Het bewaken van de beeldkwaliteit van het stadsbeeld en dakenlandschap omvat terecht ook de belevingswaarde en het bewaren van de authenticiteit en de erfgoedwaarde van het pand, de omgeving ervan, het straatbeeld en stadslandschap. Zonnepanelen en zonnecollectoren kunnen niet alleen het erfgoedpand op zichzelf impacteren (de intrinsieke erfgoedwaarde) maar ook hoe het pand bekeken en beleefd wordt vanuit de omgeving. Daaruit volgt dat vooral de zichtbaarheid vanuit die omgeving belangrijk is. Die omgeving is niet beperkt tot de straat alleen zoals de nota van het CBS stelt. De context moet getoetst worden aan de criteria van de Outstanding Universal Value.
Art. 24 heeft het over zonnepanelen en zonnecollectoren en bovendien zonder vermelding van het plaatsen op daken, gevels, tuinen of andere. Het plaatsen van zonnepanelen op wanden is tot nader order niet toegelaten. De nota vermeldt echter het meer algemeen begrip photovoltaische elementen.
Het begrip photovoltaische installaties omvat veel meer soorten installaties dan alleen zonnepanelen en zonnecollectoren. We verwijzen naar een nota "afwegingskader" van het Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen van 25 januari 2018.
De bijlage van de nota van de provincie vermeldt ook zonnepannen. Zonnepannen zijn nog in een experimentale fase, duur, kritischer om te installeren en niet altijd veilig. Wellicht komt er een tijd dat zonnepannen een valabel alternatief zullen vormen. Maar installeren van zonnepannen zijn ook vergunningsplichtig aangezien de dakbedekking wordt vervangen en gewijzigd. Bovendien stelt art.33 dat pannen aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen waaraan de huidige zonnepannen niet voldoen.
Om de zichtbaarheid minder storend te maken worden zogenaamde milderende maatregelen gebruikt (zeg maar verdoezelen). Er is dan onder andere sprake van een groenscherm. Het is niet terecht dat er in de nota voor de beoordeling van het groenscherm alleen met de zomertooi van het groenscherm rekening wordt gehouden. Het Agentschap gaat terecht uit van de wintertooi. Het is natuurlijk ook zo dat het groenscherm over de jaren kan wijzigen (snoeien, kappen, afbreken, omvallen...).
Het is positief in de nota dat voor de plaatsing van de zonnepanelen nu kwaliteitsvoorwaarden worden gesteld. Maar voor andere fotovoltaïsche elementen zullen natuurlijk voorwaarden gelden eigen aan het gebruikte element. Het dakvlak wordt bij voorkeur egaal bedekt met zonnepanelen, eenvormig en eenkleurig. Ook soort materiaal, vorm, dimensie, kleur van de accessoires (bedrading, installatie materiaal), mat of reflecteren, enz. zijn van belang.
Er wordt bij wijze van een milderende maatregel ook soms rode panelen voorgesteld : het probleem is dat de rode kleuren in vele commerciele tinten voorkomen en niet altijd overeenkomen met de gepatineerde kleuren van oudere daken.
De panden van de Brugse binnenstad zijn maar een kleine fractie van het aantal panden op het ganse Brugs grondgebied die in aanmerking komen voor het plaatsen van zonnepanelen. Van die kleine fractie panden in Brugse binnenstad zijn er verder maar een kleine fractie daken waar het plaatsen van zonnepanelen storend kan zijn. Er is een voorstel gedaan om de eigenaars van de vele, eerder grote daken en platte daken in binnenstad en rand, die voor het plaatsen van zonnepanelen in aanmerking komen aan te spreken en te overtuigen. Op Google Maps zijn dat soort daken er onmiddellijk uit te pikken: grootwarenhuizen, openbare en semi-openbare gebouwen, grote handelszaken, de vele garages, enz...
Dit zal een snellere en grotere impact hebben voor het bereiken van de klimaatdoelstellingen van de stad dan de enkele daken waar geen zonnepanelen kunnen geplaatst worden omwille van het behoud van de erfgoedwaarde in vergelijking met het veel grotere potentieel waar het plaatsen wel kan zonder het erfgoed te storen.
Warmtenetten kunnen een valabele alternatief zijn om in het algemeen een wildgroei van zonnepanelen te vermijden. Vele daken zijn bijna volledig bedekt met zonnepanelen zodat het unieke Brugs dakenspel onder de zonnepanelen grotendeels zou verdwijnen. De stad doet er trouwens alles aan om de soort daken en dakpannen voor te schrijven in art. 33 van de verordeningen, die dan nauwelijks zichtbaar zijn.
Een algemene problematiek die ook besproken werd, is wat er gebeurt met de verouderde zonnepanelen. Is het verwijderen van de panelen reversibel zonder schade te berokkenen aan het dak en gebinte en tegen een redelijke kost? Wat met het onderhoud? Wat bij herstellingen? Wat bij recyclage? Het rendement van de panelen verminderd met de jaren. Moet de vergunning niet beperkt worden in de tijd want anders kunnen de eigenaars de nutteloos geworden panelen bij wijze van spreken eeuwig op hun dak laten liggen. Die vragen gelden voor alle PV installaties maar in het bijzonder voor erfgoedpanden en omgeving waar zonnepanelen eventueel geïnstalleerd werden.
Klik hier voor de overige pagina's: